Gedachtig aan hetgeen zijn vader was aangedaan was hij fervent
prinsgezind. Als voorzitter van gecommitteerde raden (tegenwoordig
"zouden wij "zeggen: gedeputeerde staten) van Holland speelde hij een
rol in het drama van de moord op de de Witten in 1672. Johan de
Witt, demissionnair als raadpensionaris, bezocht zijn veroordeelde
broer in de Gevangenpoort. Gecommitteerden vernamen van "tumult
omtrent' de Voorpoort" en besloten ruiterij in de wapenen te doen
komen "om de foule te stillen en desnoot daarop te schieten".
Vervolgens herhaaldelijk gemaand (onder andere door de burgemees
ter van Den Haag) op te treden tegen de inmenging van "buitenlui"
in de troebelen, volgde het besluit de stadstoegang door de rui
terij te laten bezetten.
Men heeft van den Boetzelaer verweten, dat hij aldus de de
Witten willens en wetens aan de volkswoede heeft overgeleverd.
Volgens Fruin ten onrechte.
De derde Philip Jacob had als jongeman een dubieuze reputatie.
Zijn ouders arrangeerden om erger te voorkomen inderhaast een huwe
lijk met de twaalf jaar oudere Jacoba Margaretha van Hardenbroek.
Zij was een dochter van Gijsbert van Hardenbroek, commandeur van
Hulst, en Mechteld van Roede van Renswoude.
Hun portretten kwamen terecht in de grote vergaderzaal
van het Polderhuis te Hoofddorp. Enige jaren geleden hoeft Mr,
K.J.G.Baron van Hardenbroek van 's Heeraartsberg en Bergambacht,
destijds dijkgraaf van de Haarlemmermeerpolder, do portretten daar
heen gebracht. Zij waren te groot voor een tegenwoordig particu
lier huis.
Hoofddorp, augustus 1970 F.D.
P.S.
Naar aanleiding van het vorenstaande was Dr.P.Scherftrijksarchivaris
te Middelburg, zo vriendelijk aan de hand van de Geluwe registers van de
Rekenkamer van Zeeland de geschiedenis van het leen Haamstede in de 17e
eeuw na te gaan.
Daaruit is gebleken, dat Jacob van den Eynde op 23 december 1608 ver
lijd word met Haamstede, dat op dezelfde dag aan hem was getranscporteerd
door Maximiliaan van Kruiningen.
Daarnaast vermelden die registers de verlijbrief d.d. 19 september
1678 van Philips van don Boetselaer, heer van Racphorst, zonder oir over
leden, als enig erfgenaam van Agatha de Witte.
Onderstaande conclusies kunnen nu worden getrokken:
1). De historici hebben tot dusver veelal aangenomen, dat Clara van Raep-
horst bij haar huwelijk met Jacob van den Eynde Haamstede cadeau kreeg
van haar moeder, de weduwe Agatha van Raephorst - van Kuilenburg.
Ten onrechte, naar nu is gebleken. Clara erfde Haamstede na de dood
van haar man in l6lif. Door haar tweede huwelijk vererfde de heerlijkheid
in de familie do Witte.
2). Volgens "Het geslacht van den Boetselaer" vermaakte Clara's zoon Witte
de Witte Haamstede aan zijn tante van der Nijle - van Raephorst.
Ook dat blijkt niet juis te zijn. Witte liet Haamstede na aan zijn
zuster Agatha.
3). Hoe de verdwenen helft van de de Jonge-de Witto-gedenksteen er uit
heeft gezien is nu geen vraag meer. Agatha heeft zonder twijfel in haar
familiewapen dat van Haamstede als hartschild gevoerd.
4). Duidelijk is nu ook, welke Philip Jacob van den Boetselaer de erfge
naam was van Agatha de Witte. Philip Jacob III was kinderloos, ofte
wel zonder oir. Hij was het dus, die Haamstede erfde.
Hoofddorp, november 1970
F.D.
- 10 -