STAD en LANDE Mededelingenblad der Vereniging Stad en Lande van Schouwen-Duiveland. Secretariaat: Hogeweg 37, Burgh. Tel. (01113) - 1299 No.12 Maart 1971 Bestuur der vereniging op 1 maart 1971: MrJ.J.Beyerman te Burgh (secretaris), J.L.Braber te Dreischor (wnd.voorzitterA.A.van Eeten te Haamstede, Mr.A. Gast te Brouwershaven, W.H.Keikes en Mr.W.P.Martens te Zieriksee, S.P..' Moelijker Jr. te SchuddebeursF.K.Vos te Zieriksee (penningmeester) en W.P. de Vrieze te Haamstede. Het doel der vereniging is de bevordering en het behoud van de stedelijke en landelijke schoonheid in de meeste uitgebreide zin op Schouwen-Duiveland. Art.2, lid 1 der Statuten, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 13 juli 1968, nr.67. Bijvoegsel v.d.Nederl.Staatscourant van 26 sept.1968, nr.l88 Wijzigingen in de ledenlijst. Sedert het verschijnen van het vorige nummer van dit blad ontviel door overlij den aan de-vereniging dhr.Mr.J.Mees te Rotterdam/Westenschouwen. Het ledental verminderde verder met zeven door het bedanken van de heren G.J. de Graag te Zieriksee, Ir.J.van Malde te Vlissingen, D.W.J.J.Kastelein te Loosdrecht (voorheen te Zieriksee), L.de Rooy te Amsterdam en de heer en mevr. Ochtman-Kostense te Bergen op Zoom. Tegenover dit verlies stond de toetreding van dertien nieuwe leden in de per sonen van: mevrouw J.Koole-Alsbach te Burgh (W.G.Bootlaan 24) en de heren P.de Bel te Burgh (W.G.Bootlaan 12), A.JG.Doeleman te Nieuwerkerk (Stolpweg 3) H.G.Freriks te Oosterland (Molenweg 43), J.K.J.Joppe te Zieriksee (P.D.de Vos- straat 7) A.Capelle te Oosterland (Kerkstraat 6), C.Kloet te Zieriksee (Drie koningenlaan 23), C.Koopman aldaar (Gouweveerseweg 1), F.L.van der Kwast, aldaar ('t Vrije 17), R.W.J.Ochtman, aldaar (Lange Nobelstraat 14), M.M.de Raat, aldaar (Caustraat 33), J.A.Rotte te Schuddebeurs (Kloosterweg 39) en A.C.v.d.Have te Aerdenhout (Zonnebloemstraat 24) Addenda en corrigenda op deel II der Beschrijving van Schouwen-Duiveland om streeks 1911 door Ds.C.F.Haspels. Ons lid de heer J.M.J.Lokker te Zieriksee was zo vriendelijk mij enige aanvul lingen op mijn heruitgave van deze beschrijving toe te zenden. Hij schrijft: Algemeen wordt Andries (I) Keldermans (overleden 1479) als de ontwerper van de St.Lievensmonstertoren beschouwd, terwijl aan Anthonis (II) (overleden 1311) het tweede ontwerp wordt toegeschreven, terwijl ten slotte diens zoon Rombout (overleden plm. 1331) er het laatst aan heeft gewerkt. Aan de toren is dus niet, zoals ik schreef tot 1466, maar tot ongeveer 1330 gewerkt. Het verhaal, dat een der Keldermensen kort na de aanvang van de torenbouw zou zijn verdronken, toen hij met een lading natuursteen voor die bouw op weg was van Antwerpen naar Zieriksee, kan dus onmogelijk juist zijn, daar het eerste sterfgeval in de familie Keldermans eerst ongeveer 23 jaar na het begin van de bouw van de toren is voorgevallen. Overigens is het natuurlijk zeer wel mo gelijk, dat er kort na 1454 een schip met uit de Zuidelijke Nederlanden afkom stige steen voor de bouw van de toren op weg naar Zieriksee op de Wester- of Oosterschelde is vergaan. Wat de beoogde hoogte van de toren betreft schrijft de heer Lokker, dat daarover wel nimmer zekerheid zal komen te bestaan; Dr. Fr.Vermeulen komt tot een hoogte van l80 m., de heer Th.Haaksma Wagenaar tot eon van 130 meter. Vast staat in ieder geval, dat de toren, zoals wij die nu kennen, slechts een aanzet is voor een op zijn minst tweemaal zo hoge toren. Wat de volgens mij problematieke rede van Zieriksee betreft, schrijft de heer Lokker mij, dat deze volgens hem wel degelijk heeft bestaan. Volgens zijn groot vader toch zouden de koopvaardijschepen die van Zieriksee op Nederlandsch- Indië voeren, ter rede van Zieriksee voor anker zijn gegaan. Dit zal dan wel geschied zijn, als zij terugkwamen uit "De Oost", maar ik twijfel of de omstreeks

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1971 | | pagina 1