en uit het Sticht: Zweder van Beverweerd, Dirk van Zuilen, en de proost van St.Salvator te Utrecht: Dirk van Hoorne-Altena. Jonker Willem van Avesnesdie als wonder aan de hand zijner vijanden ontkomen was ven schanste zich met enkele getrouwen in de stad Zieriks-ee Een Vlaarnsche krijgsmacht voer op tot bij Geervliet (aan de Bornisse) en uit gezonden boden vonden de bevolking van Holland benoorden de Maas (tot aan Haarlem of Leiden toe) bereid om Gwijde van Vlaanderen als Heer te huldigen 2). Het kon de steden in Holland weinig "bommen" of daar een Avesnes of een Dampierre heer en meester zou zijn. Intusschen rukte Jan van Renosse met een kleine troepenmacht op naar Utrecht waar hij er gemakkelijk in slaagde "de Wet te verzetten" (zooals dat heet), en de gilden aan de macht te hel pen; zooals in Vlaanderen het geval was. Vertel ik nu niets over den "legendarischen" slag aan het Manpad bij Haar lem, anno 130A, en over de "heldenrol", die de befaamde Witte van Haem- stede daarbij zou hebben gespeeld? Neen! Bepaaldelijk niet; "et pour cause" want weliswaar schijnt Witte van Haemstodo uit Zieriks-ee naar Hol land te zijn ontkomen en daar eenige opwinding te hebben veroorzaakt als "buitenbeentje" (erkende bastaard-zoon) van Floris V, maar e e n slag aan het Manpad in 1301). heeft nimmer plaats ge had 3).-Al vertellen de schoolboekjes voor de Lagere School hot anders. Een veldslag waardoor Holland werd "bevrijd" van de Vlaamse "overheer sing" is nooit geleverd; de slag bij het Manpad is niet gestreden". In zijn meer-populair gehouden werkje "Floris V" ("Fibulareeks" no.20, Bussum 1966) komt prof.dr.F.W.N.Hugenholtz op deze kwestie terug, en zegt hij, op bladz. A7: "Hij (Witte van Haemstede) heeft dan wel de legendarische slag aan het Manpad niet gestreden, maar hij heeft toch in dat jaar als militair aanvoerder (grooteverdiensten gehad"; ja, voor de zaak van het Huis Aves nes, moge ik hieraan toevoegen, niet voor de Dietsche zaak, '"niet voor de zaak van onze Nedorlandsche zelfstandigheid; want daarvoor komt aan Jan van Renesse eeuwige roem toe. Prof. Hugenhotz bekijkt de zaak m.i. nog te veel door oen kleinhollandschen bril, - "salva rcverentia". We naderen nu het hoofdthema van onze verhandeling: de bekende s c h e e p s strijd (niet: "zeeslag", want dat was het niet) op de Gouwe, een breed water, dat Schouwen van Duiveland scheidde. De Vlamingen waren er intusschen zonder moeite in geslaagd een leger van plm. 2000 man op het eiland Schouwen aan land te zotten en wel om Zieriks-ee te belegeren. Hot leger was vervoerd op 1AA kleine zeeschepen, afkomstig uit de Vlaarnsche havens. De gezamenlijke tonnage dezer scheepjes bedroeg 3600 ton, of gemiddeld 23 ton per schip: het grootste schip mat 38 ton en het kleinste 12 ton. Het "vlaggeschip" van de "Vlaarnsche vloot, waarop zich de jonge Gwijde van Dampierre", graaf van Zeeland", zooals een van zijn titels luidde) bevond, was het schip "Die Fiere" if), welk schip meermalen van naam had verwisseld. Het moet oorspronkelijk de "Superbia" hebben gehceton, was daarna in het toenmaals Engelsche Guyenne in handen dor Fransen gevallen en door hen om gedoopt in "1Orgueilleuse" en ton slotte door de Burggelingen buitgemaakt in het Zwin, na de "Brugsche metten" van 17 mei 1302, toen do Franschen het schip hadden moeten "abandonneeren". De Bruggelingen haddon het schip ü88e lygegsSs^ jfikkfiwa'.V.biadz. clvi noot 3) F.W.N.Hugenholtz"Historie en Historiografie van de slag aan het Manpad (1304) "T~(in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, 1933-1933. Leiden, 1953? bladz. 38.) -L^-

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1971 | | pagina 7