IS
57 }(p
STAD EN LANDE
MEDEDELINGENBLAD VAN DE VERENIGING STAD EN LANDE VAN SCHOUWEN-DUIVELAND
Secretariaat: Nieuwe Boogerdstraat 3, Zierikzee. Tel. 01110-2086
Nr. 17
Opgericht 1939
Okt.1973
Het deel wan de vereniging is de bevordering en het behoud van de stedelijke
en landelijke schoonheid in de meest uitgebreide zin op Schouwen-Duiveland
Art. 2, lid 1 der Statuten, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 15 juli
1968
Bestuur:
67. Bijvoegsel v.d. Nederl
1968, nr. 188.
J.L. Braber (voorzitter), Mr W.P. Martens (vice-voorzitter)J.M.J.
Lokker (1e secretaris), Mevr. M.E.Jansen-Glas (ie penningm.), N.H. Lysen
(2e secretaris), J. Berman (2e penningmeester), Mevr. C. Reitsma-d'Ancona,
Mr A. Gast, M.K. Romeijn, Ir. J.L. van Sloten en W.P. de Vrieze, bestuursleden.
Verslag van de lezing gehouden op de Ledenvergadering van woensdag 25 april
1973, door de heer F. Beekman te Zierikzee
RENAISSANCE BOUWKUNST EN DE STOEPPALEN IN NEDERLAND EN BELGIE.
Om de motieven voorkomend op deze palen te begrijpen werd ook gesproken over
renaissance bouwkunst.
Na de gotiek, een typisch kerkelijke stijl, was de renaissance een stijl die
meer toegepast werd bij burgerlijke gebouwen. In de Nederlanden met een opko
mende burgerstand sloeg deze stijl zeer aan.
Wel werden hier de klassieke regels, die kenmerkend zijn voor de Itaiaanse
renaissance niet streng teogepast en ontstond een eigen "Vlaamse renaissance",
een vrolijke, schilderachtige stijl, (rond 1600)
Belangrijke ontwerpers uit die periode als Hans Vredeman de Vries en Cornelis
Floris werden genoemd, evenals de grote invloed die zij hadden doormiddel van
hun voorbeeldboeken.
Dia's van Nederlandse gebouwen illustreerden deze ontwikkeling.
Steden in die tijd hadden straten die niet slechts begrensd werden door ge
vels zoals nu, maar ieder huis had een stoep met allerlei speelse bouwsels
als toonbanken, zitbankjes, keldertoegangen e.d.
De stoep voor een huis werd begrensd door een stoeppaal en deze paal had
dezelfde ornamenten als de gevel. Door het toenemende verkeer verdwenen in
de meeste steden de stoepen en daarmee de stoeppalen. Vele gingen verloren
of kregen een andere functie: schampsteen, grafpaal.
Een drietal types werd getoond en ook de verspreiding ervan. Er zijn nog 160
van deze stoeppalen uit de renaissance in Nederland en Vlaanderen, vooral in
wat nu dode handelsstadjes genoemd worden.
Het vrij grote aantal op Terschelling (50 ex.) werd aan een aparte beschou
wing onderworpen.
De stoeppalen zijn gemaakt van carbonische kalksteen z.g. blauwe steen.
De achterzijde is onversierd, soms zitten daar de gaten voor de bevestigings-
stangen, daar ze op de hoek van de stoep stonden.
Ook Zierikzee bezit hiervan nog fragmenten. Q.a. op de westelijke hoek van
de Oude Haven Z.Z. en de Pottenbakkersstraat. Dit fragment vertoont het bo-
benste gedeelte van de paal met het hartvormige schildje bestemd voor een
mannelijk wapen.
Een ander fragment staat als schamppaal op de hoek van do Watermolen en de
Korte Nobelstraat. Hiervan is alleen het onderstuk bewaard gebleven.
De profilering van de paal is te vergelijken met de wijze waarop men in de
late gotiek een venster of nis verdeelde: in het midden een zuiltje tussen
twee uithollingen, afgesloten door een "driepas", (eind 16e eeuw). Deze
laatste soort treft men in Nederland nog zeer zelden aan.
Dia's van vele typen stoeppalen gaven tenslotte een beeld van deze bouw
kundige details, die nog slechts weinig aandacht kregen in de kunsthisto
rische literatuur.
(Over de Terschellinger stoeppalen schreef de heer Beekman vorig jaar een
artikel in het Waddenbulletin)