- 3 -
Begrijpelijk dat zo'n behandeling talloze malen tot de dood leidde, want de
psychiatrische begeleiding was minimaal. Ook speelde mee, dat de krankzin
nigen tegen hun zin naar een vreemde omgeving waren gesleept. Omdat talloze
pelgrims in de herbergen verbleven, was het ook daar, zowel overdag als
's-nachts, onrustig. Talloze krankzinnigen pleegden zelfmoord. Normaal
mocht een zelfmoordenaar niet in gewijde aarde worden begraven. Maar een
pelgrim, die in een bedevaartsoord was ingeschreven was niet meer verant
woordelijk voor zijn daden, zodat na zelfmoord zijn lichaam toch in gewijde
grond mocht worden begraven.
Krypte.
Deze is T-vormig en is tegenwoordig een toeristisch stuk. Het is een bede
vaartskerk, waar men afdaalt tot het niveau van het graf.
Amandus evangeliseerde hier reeds midden 7e eeuw.
Uit deze begintijd van het Christendom vond priester Cambier een stukje wal
rusivoor, dat deel moet hebben uitgemaakt van een klein schrijn. Vier grote
cirkels staan er op afgebeeld en vele kleine met een punt in het centrum.
In het midden staat een kruis dat de Goddelijke of Christelijke majesteit
moet voorstellen. De vier grote cirkels zijn de vier wielen van de wagen,
waarin Jahwe naar de tempel rijdt. De wielen staan volgens de profeet Eze-
chi'él vol ogen en de wagen wordt getrokken door een mens, een os, een leeuw
en een arend. De middeleeuwse mens was niet in staat afbeeldingen te maken,
zoals wij die kennen, maar deed dat in de vorm van zo'n abstracte compositie.
Een krypte is het onderste deel van een soort dubbelkerk. Die van Ronse is
van oorsprong Romaans. Er staan 34 zuilen in, die evenals de zoldering drie
verschillende bouwstijlen vertonen. Het oudste, Romaanse deel dateert uit
1081. In 1267 werd het gewelf van de krypte grotendeels vernield, omdat de
toren er op viel. Men restaureerde toen met baksteen, terwijl in 1516 toen
de krypte in oostelijke richting werd uitgebreid natuursteen werd gebruikt,
In zijkapellen staan altaren, zodat ook daar missen werden gecelebreerd.
Bij de inwijding van een kerk, altijd door de bisschop, bracht men op de 12
wijdingsplaatsen wijdingskruisen aan van hout, metaalj steen of geschilderd
op de muur, om daarmede de inwijdingsceremonie te perpetueren.
Yóór de elfde eeuw lag het gebeente van de heilige in een sarcofaag (stenen
doodkist) onder het koor, al of niet gescheiden van de krypte door een ge
schilderd raamwerk. De sarcofaag was door een kleine opening naast het raam
werk nauwelijks zichtbaar bij het schemerlicht.
In de elfde eeuw werden sarcofagen in een schrijn, in het centrum van de
krypte geplaatst. De krypte, de grafkelder van de heilige, was oorspronke
lijk slechts vanuit de kerk bereikbaarover een smal stenen trapje. De bede
vaarders liepen rond het schrijn en kwamen aan de andere kant via eenzelfde
trap weer in het koor van de bovenkerk. In de krypte was daardoor slechts
gedempt licht en een directe toegang naar buiten, zoals thans aanwezig is,
werd geheel ten onrechte in later tijd aangebracht.
De oorspronkelijke gouden schrijn, waarin de beenderen van de heiligen lagen,
werd door de geuzen omgesmolten.
De heer Cambier maakte een copie van deze schrijn en plaatste die op dezelf
de plaats als de vorige. Aan de schrijn hangen 36 stola's. Als een priester
een duivel trachtte uit te drijven legde hij het uiteinde van zijn 6 meter
lange stola op het hoofd van de bezetene. Wegens het grote aantal geestelijk
gestoorden, die genezing zochten, waren er supplementaire stola's, in totaal
36.
Maar genezing bracht- het niet; het hielp nooit en het kon ook niet helpen.
Zeker niet voor de Ronsenaars. Een spreekwoord zegt, dat St.Hermes wel de
bewoners van de omgeving geneest, maar dat hij de Ronsenaars even zot zijn
als ze zijn.
In alle bedevaartsoorden heerst eenzelfde mening, want genezing is de vrucht
van de bedevaart, zodat een inwoner van de stad van de heilige, geen baat
vindt bij de eigen heilige. Iemand uit Ronse, die van de duivel is bezeten,
zal dus b.v. een bedevaart naar Geel moeten maken.