- 4 - Elke krypte heeft een put, want water speelt in elke godsdienst een rol (lourdes, maar ook de Ganges). De put in Ronse was gedenpt, maar werd enige jaren geleden ontgraven. Het water in deze bedevaartsplaats is niet alleen gespecialiseerd tegen een bepaalde kwaal, maar het moet ook op een speciale manier worden aangewend. Geesteszieken moeten het dan ook niet drinken, maar het hoofd ermee nat maken. Dit werd aangetoond door een vrouwtje, dat blijkbaar door overlevering de authentieke geneesmethode had leren kennen. In de krypte werd ook een diepliggend graf ontgraven, v/aarin mozaïken wer den aangetroffen, waarmede de vloer oorspronkelijk was belegd. Onder het koor ziet men scheefstaande stenen, met leem samengevoegd, wat de fundering van een ouder bedehuis moet zijn. Dat hier reeds in de Romeinse tijd een godsdienstig centrum bestond bewees de vondst van een steen waarvan het opschrift was afgekapt. Slechts de af beelding van een extatisch dansende vrouwenfiguur bleef gespaard. Zij was een Bacchante, een volgelinge van Bacchus, de god van de jonge wijn, het feest en de roes. Deze wijngod werd in de 2e tot 4e eeuw beschouwd als de zieleleider naar het eeuwig heil, naar het leven na dit leven. Vandaar dat een Bacchante op een grafmonument werd afgebeeld. Men dacht niet aan wijn, maar aan geluk. Deze cultus was heilsgodsdienst. De middeleeuwer kapte het opschrift van de steèn, omdat dit in tegenspraak v/as met zijn opvattingen. De sluitstenen van de gewelven van de krypte zijn versierd, zowel met reli gieus e als profane afbeeldingen. Zo ziet men een pentalfa als talisman van magische kracht, drie vissen, een Christusmonogram, een passer, winkelhaak, hart, huismerk en hostiebroden. Tenslotte sprak dhr. Cambier nog over de komst van de hervorming te Ronse. Het toen samengestelde protestantse stadsbestuur moest wegens de contra reformatie enige jaren later vluchten. Vele Ronsenaren vestigden zich in Noord Nederland. Slechts enkele protestanten bleven er wonen en hielden er gedurende enige eeuwen kerkdiensten in een schuilkerk. Eerst koning Wil lem I gaf hun de godsdienstvrijheid, zodat ze zich schaarden rond het enige protestantse kerkje, dat nu nog bestaat. Met een overzicht van de ontwikkeling van de textielindustrie te Ronse werd deze lezing besloten. De leden hadden met grote aandacht de met verve gebrachte lezing van deze enthousiaste Vlaming beluisterd. JLB Geschiedenis van Oudenaarde Oudenaarde aan de linkeroever van de Schelde ontleent zijn belang aan zijn ligging aan een handelsweg en als strategisch punt, dit laatste niet al tijd tot vreugde van de bewoners. Reeds in deRomeinse tijd lag hier een ne derzetting. In de middeleeuv/en behoorde het tot het graafschap Vlaanderen en wel dat deel dat leenplichtig was aan Frankrijk. (Kroon-Vlaanderen) Aan de rechteroever lag Pamele dat tot het hertogdom Brabant behoorde, In 1189 onder Philips van de Elzas kreeg Oudenaarde zijn stadsrechten. Tot grote bloei kv/am het door de opkomst van de tapijtweverij. In de Bourgondische tijd werd het met Pamele tot één stad verenigd. In de 80-jarige oorlog begon de neergang. In 1582 werd de stad door Parma veroverd, waarna velen naar het Noorden uitweken, w.o. de tapijtwevers- familie Nauwinx, die zich in Schoonhoven vestigde. In de 17e eeuw werd de stad bij herhaling door de Fransen veroverd, maar telkens weer aan de Habsburgers teruggegeven. Tijdens de Spaanse Successie-oorlog had hier in 1708 de vermaarde slag plaats waar de Fransen verslagen werden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1974 | | pagina 4