5) Typisch is ook, dat men in deze tijd 1656er mee begint, om prijsen uit te delen aan de beste leerlingen. Nog typischer, dat de predikant, Theodorus Teelinck, die prijzen zelf bekostigt. Over de manier, waarop de schoolmeester zijn functie van voorlezer en voorzanger moest vervullen, worden we ingelicht doordat meester Pauw vaak op zijn eigen houtje te werk ging, waar de kerkeraad tegenop kwam. In no vember 1662 wordt hem nog eens voorgehouden, dat hij telkens opeenvolgen de hoofdstukken moet lezen uit de Bijbel. "Dat hij des Sabbaths voor de middach soude vervolgen het 0. ende nae de middach het N.T», dat hij ook in het singen van de psalmen voor de predicatie soude de oude order ob serveren, welck is dat de psalmen vervolgens gesongen worden". Reeds het volgende jaar wijkt hij hier weer van af, ja, met het voorle zen gaat hij zelfs op een willekeurige plaats staan, zogenaamd "wegens seeker venstertje dat somtijds van wege de groote hitte moet open geset werden, waer door hij somtijts ongemack op sijn borst soude crijgen". In 1668 sterft meester Matthijs Pauw. Voordat men een nieuwe school meester gaat benoemen worden eerst "regulementen" gemaakt. Er wordt be paald: "Eerst, dat den aengenomen schoolmr. sal gehouden sijn nae het tweede ge- luijdt inde kercke te komen, ende soo eenich volck is, beginnende te le-r» sen ende dat soo lange tot dat het voor de derde mael ophoudt met luijden. Ten tweeden, dat hij sal gehouden sijn den schoole te houden van den eer sten September tot den eersten Meij. En in gevalle in de volgende maenden meer als 12 kinderen schole quamen, sal gehouden sijn het geheele jaer schole te houden, (üit de notulen van 1640 blijkt, dat toen 's winters ongeveer vijftig leerlingen de school bezochten). Ten derden sal oock in de winter 4 of 5 maenden Avontschole houden. Ten vierden :sal oock van voor neghen tot den elven ende voorts van een uijre tot 4 uijren schole houden". Op deze voorwaarden werd toen benoemd Joos Pauw, een zoon van de over leden schoolmeester. Twee jaar later is de plaats weer vacant. Op dezelf de voorwaarden benoemde men S.Pael, schoolmeester en voorzanger te Bom- menede. (wordt vervolgd) M.G-. Westerhof MONUMENTENJAAR 1975 Een aantal jaren geleden was de sticker "Zierikzee-Monumentenstad" verkrijgbaar, die op veel autoruiten werd geplakt. De benaming was terecht. Zeker nu zal niemand dit ontkennen, na alle fraaie restauraties van stad huis, poorten, woon- en winkelpanden. Zierikzee telt meer dan 550 panden op de lijst van monumenten. Vooral daardoor is het een grote trekpleister voor toeristen. De toelichting op de Monumentenlijst zegt o.a.: "De oude aanleg van verdedigingswerken en het oorspronkelijke stramien van straten en stegen bleef behouden", "Zierikzee behoort voorts tot de zeer weinige in ons land overgebleven steden waar zowel een aanzienlijk aantal zeer karakteristieke hoofdmonu menten bewaard bleef, als ook een uitzonderlijk gave stadsbebouwing in het algemeen. Daarbij is opmerkelijk dat er, als in bijkans geen andere Nederlandse stad, een grote verscheidenheid voorkomt van historische straatbeelden" Niet overal krijgen de monumenten aandacht. Vaak is het tegendeel het ge val en moet veel waardevols plaats maken voor moderne bouwsels zonder ka rakter. Dit verschijnsel is internationaal. In de Raad van Europa is daarom 1975 inmiddels tot Monumentenjaar uit geroepen, Hoogtepunt hiervan zal een groot Europees congres in oktober 1975 in Amsterdam zijn. Die stad viert dat jaar tevens zijn 700-jarig be staan.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1974 | | pagina 5