-11-
De toren is het enige overblijfsel van het eertijds zeer
welvarende dorp Koudekerke, waarvan vroeger bij heel lage
waterstand wel eens resten van woningen en straten zicht
baar zouden zijn. Dit dorp lag in het zuidelijke deel
van de polder Schouwen, ongeveer vier kilometer van de
oorspronkelijke zeedijk. Het zou een zeer oud en volkrijk
dorp zijn geweest. Als zelfstandige ambachtsheerlijkheid
spraken schout en schepenen er recht. Ten zuiden van Kou
dekerke lagen de parochies Brieskerke, Westkerke, Oude-
kerkeen andere dorpen.
Zoals op het kaartje te zien is, lag de zuidkust van
Schouwen eertijds veel verder naar het zuiden. Reeds in
het laatst van de veertiende eeuw begon de zijtak van de
Schelde zich te verleggen, waarbij de waterstroom in
hoofdzaak op de zuidkust van Schouwen gericht was. Van deze
zijtak schreef een kroniekschrijver 400 jaar geleden:
"een eertijds smal vaarwater tussen Noord-Beveland en
Schouwen, waar men elkaar kon aanroepen". Zoals gesteld,
begon de zuidkust van Schouwen vanaf de veertiende eeuw
verval te vertonen. Een gebied, groot 3000 ha. verdween
hierdoor in de OosterscheldeFokker toont in zijn beschrij
vingen reeds vóór 1400 inlagen aan in dit deel van de pol
der, Schouwen.
Inlagen of inseten werden al heel vroeg in Schouwen ge
maakt. Dit blijkt ook uit een brief van graaf Floris V
van 26 februari 1291, waarin gesproken wordt over de
kosten van de te maken inlagen, welke over het gehele
dijkvak moesten worden verdeeld.
Wanneer een zeedijk - waterkerende dijk - gevaar begon
te lopen weg te vallen, legde men daarachter, landin
waarts, een slaperdijk. Het materiaal voor zo'n dijk
werd destijds genomen van de bovengrond van percelen
tussen de zeedijk en de te maken slaperdijk. Het door
deze dijken omgeven stuk land, ook wel "karrevelden"
of "uitslagen" genoemd, noemde men dan inlaag of insete
De agrarische bevolking van zo'n gebied moesten dan ver
trekken, want de z.g.n. karrevelden vielen volgens het
Zeeuwse leenrecht geheel terug aan de ter plaatse heer
sende ambachtsheer. Zo verging het ook de bevolking in
het zuidelijk deel van Schouwen, waar de kust regelma
tig afbrokkelde en waar, na een periode van betrekke
lijke rust, de eerste inlaagdijk weer werd gelegd in
1475. Deze legde men tussen de parochies Oudekerke en