-17-
pastoor vermeld wordt in 1523. Ook na de algemene intre
de van de Reformatie op het eiland Schouwen, in het be
gin van de tweede helft van de zestiende eeuw, vindt
men nergens iets vermeld over het dorp of de kerk van
Koudekerke. Ook niet in de handelingen van de Zeeuwse
Synode of bij de samenvoeging van de parochies onder
één predikantIn 1572 had Zierikzee voor haar geschut
voor de verdediging, veel metaal nodig. Daarvoor moes
ten veel klokken uit de torens in de omgeving worden
ingeleverd. Ongetwijfeld is ook de klok uit de Plompe
Toren hier bij geweest.
De tweede kerk is in 1583 afgebroken, waarvan het afko
mende hout op 26 september van dat jaar in Zierikzee
voor 60 gulden werd verkocht. Deze kerk stond aan de oost
zijde van de toren, waarvan de "moet" van de dakzoom van
de kerk nog steeds te zien is. Alleen de toren liet
men staan, vermoedelijk om te dienen als baken voor de
toen steeds toenemende scheepvaart op Zierikzee. Vooral
voor die schippers die bij de Roompot de Oosterschelde
binnenvielen. Of, zoals overleveringen ons vertellen:
"de Koudekerksche toren toch was met een bosch bomen
bij Burghsluis de "landmerken bij dage" om de Roompot
in te lopen; de zeelui wisten, hadden zij den "gedag-
ten toren" in de bomen, dan was men voor de Roompot
om dezelfve in te zeilen".
Zierikzee, dat belang had bij de scheepvaart, nam het
onderhoud voor zijn rekening, zelfs tot in de negentiende
eeuw. In 1794 werd op kosten van Zierikzee de buitenkant
geheel hersteld. Of de stad Zierikzee in de negentiende
eeuw geen belang meer had bij de toren als baken, is
niet bekend, maar lijkt zeer waarschijnlijk want het on
derhoud werd gestaakt, waardoor hij danig in verval
raakte. Dat blijkt ook uit het request dat de burge
meester van Haamstede op 9 december 1850 van Job Adriaan
de Glopper ontvangtdie namens meerdere bewoners uit
de omtrek verzoekt om de toren af te breken omdat zij
hinder zouden hebben van in de toren nestelende kauwen.
Tot 1867 werd aan de toren geen aandacht meer geschon
ken. In dat jaar kregen burgemeester en wethouders van
Haamstede een verzoek van Gedeputeerde Staten van
Zeeland of de toren geacht kon worden eigendom van de
gemeente te zijn en of de gemeente Haamstede zich met het