-7- (w. s. een lang jak) en een blauw keus (rok), beide van Noords karzay, met een blauw lapje op de rechter schou der, terwijl die van de stad een geel merkteken droegen. "Doch daar zullen ook roode onderkeuzen gegeven worden, mids niet meer kostende dan de blauwe, welken altoos onder de blauwe zullen moeten gedragen worden. Kinde ren, die enig ander goed voor mantel of keus buiten de diakonie verkreegen hebben, mogen 'tzelve boven op het Noordse karzay dragen* Doch niets anders hebbende dan kleederen van de diakonie, zal zonder eenige oog luiking, 't bruin en blauw Noords karzay gedraagen moeten worden." Zo lezen we nog in het reglement. Noords karzay was een gemengd wollen stof, dus goed koper dan zuiver wol. In 1783 besloot men dat de administrerende diaken het Noords karzay, het "lijnwaat" (w. s. linnen voor onder goed), het "bommezijn" (voor mannenbroeken) en het zwart of bruin linnen "in 't gros" en bij het stuk (een hele rol) moest kopen en niet meer per el (69 cm) in de winkels. Alle uitgedeelde kleren, lappen stof, klompen, schoe nen enz. werden in een apart boek geregistreerd. Kermis vieren mochten de diakonie-armenkinderen wel, maar 's zondags vóör de kermis moesten ze in de con sistorie komen om vermaand te worden en gewaar schuwd tegen het lopen in herbergen of het plegen van baldadigheden. Aan hen, die zich stil en ordentelijk gedroegen, werd een kermisgift beloofd. Wie niet in de consistorie kwam kreeg ook geen kermisgift. De catechiseermees ter moest de gealimenteerden gratis godsdienstonder wijs geven en armenkinderen hoefden geen schoolgeld te betalen. De schoolmeester moest echter aan de broeder-diaken een lijst geven met de namen van de kinderen die niet de hele week op school waren geweest. Hadden de kinderen door de schuld van de ouders de school verzuimd, dan kregen ze de volgende week geen uitkering in geld. Zodra de armenkinderen konden gaan werken werden ze "uitbesteed" bij een boer of "op een ambacht" gedaan. De laatste vrijdag in november om twee uur werden diakonie- en stadsarmenkinderen in het publiek aan de meest biedende besteed.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1975 | | pagina 7