- 71 - tongen, olijfolie, visnat, witte wijn, zwarte peper, 4 eie ren. Tong gaar laten worden in mengsel van olijfolie, visnat en witte wijn. Eieren met peper en visnat vermengd over de vis gooien en laten stollen. Peper er over heen stuiven. Smakelijk eten! Hier in de lage landen was men nog lang niet zover. De Germanen (Friezen, Saksen en Franken) bakten hun brood van gebroken haver of gerst. Van het ongezuurde, ongere- zen deeg werden platte koeken (broden) in een stenen oven gebakken. Zwaar en vast was dit z. g. n. derfbrood. Lijf eigenen (ook vrouwen) moesten in de molen lopen om te malen en noemden dit een "ossentaak". Verder at men jachtvlees, vis, eieren, bessen en witte honing. Men be reidde een en ander op de vuurhaard midden in het vertrek, onder het rookgat in het topje van de hut. Mid-zomer vier de men het Beidersfeest, een vrolijk feest bij het Belders- vuur, waarvan de "asch" en "cintels" zeer vruchtbaar voor het land waren. Voor de opbrengst van het land moest men aan het "Hof" elke tiende schoof leveren, dit heette "vertienen" (de latere belasting "tienden"). Mid-winter was er het Joelfeest en men at daarbij joelsoep met vet spek er in. Met Ostara-feest (Pasen) schilderde men eieren rood en at Oster-koeken. Later bakte men met Pasen broden in krakelingvorm, men wilde hier een sym bool van de liefde-knoop in zien. Tijdens Karei de Grote schafte men het heidense Joelfeest af, men vierde van toen af aan Christus geboortedag met grote broden van tarwe. Voor elk mens een deel, want Christus was voor allen. Voor het Beldersfeest kwam St. Jan in de plaats. Op Drie koningen bakte men koeken met honing, in de Vasten krans- brood en op Allerzielen kleine broodjes, oorspronkelijk om de doden op hun reis mee te geven. Karei de Grote (742 - 814) gaf veel steun aan de kloosters. Waren de kloosterlingen niet lange tijd de behoeders en leermeesters van de mensheid? Zij beschikten al over een pershuis voor wijn, een brouwhuis voor het bier en een washuis, ook weer met de haard in het midden, waar vol gens Benedictijner-voorschrift de voeten gewassen en het lijnwaad gereinigd diende te worden. (Slot volgt) J. E. v. Elsacker-Ufkes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1976 | | pagina 15