- 8 - het eerste nummer van ons Mededelingenblad zijn beschreven door onze voorzitter dr. J.J. Westendorp Boerma, hier niet herhalen. Hetgeen sedert de laatste 25 jaren op het terrein van de monumentenzorg op het eiland tot stand kwam, valt buiten het bestek van dit artikel. Als we ons ervan bewust zijn, dat Zierikzee in de middeleeuwen een belangrijke vesting- en handelsstad is geweest en na het Spaanse beleg erin slaagde opnieuw zijn plaats onder de bloeiende havensteden van de Republiek te bezetten, dan moet de huidige status van de gemeente ons treurig stemmen. Wat de oorzaken zijn geweest, dat het inwonersaantal van 10 a 11 duizend in het midden van de 18e eeuw terugliep tot bijna 8000 op heden blijft hier buiten beschouv/ing. Van bloeiende handelsstad is Zierikzee toeristencentrum geworden. Bevrijding uit het isolement, industrievestiging en nog andere factoren zijn daarbij in de laatste decennia gunstig geweest voor de ontwikkeling van de gemeente. Kaast de vluchtige roem uit het verleden is zichtbaar een schat van oude bouwwerken bewaard gebleven, die nonchalant over een opvallend stra- tenpatroon staan uitgestald. We noemen deze oude bouwwerken thans monu menten en Monumentenzorg waakt met leeuwemoed erover. De vreemdeling komt ernaar kijken en de burger van Zierikzee is er trots op. Men weet zo langzamerhand wel waar het sex-appeal van het stadje aan de Ooster- schelde te vinden is. Als de lezer van dit artikel goed begrepen heeft, dat in het verle den voortdurend ten nadele van dit stadsbeeld is "geknoeid" en als hij daarbij beseft, dat zulks thans nog wel eens gebeurt, dan zal hij tot de conclusie komen, dat de waarde van het monumentale Zierikzee meer geres pecteerd moet worden. V/as dudtijds de koophandel en alles wat daaraan vast zat de bron van verdienste voor iedere burger, nu zal het toerisme misschien de eerste plaats gaan innemen. Het is evident dat daarvoor het stadsbeeld in tact moet worden gehouden en zo mogelijk verbeterd, opdat "de buitenman" Zierikzee zal blijven bezoeken. C.P. CAUSERIE DR. C.A.VAH SWIGCHEM VOOR DE GEIiZENTERAAD VAK ZIERIKZEE. In de openbare vergadering van de gemeenteraad van Zierikzee sprak op 15 juni 1967 dr. C.A.van Swigchem, hoofd van de afdeling Beschrijving van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, over de functie van het monu ment en over het bouwen en uitbreiden van steden. Daarbij wees de heer van Swigchem op de functie van het monument in de stedelijke bebouwing, waarbij niet teveel moet worden gedacht aan een kerk, kasteel o.i.d., maar ook aan het eenvoudige woonhuis, dat in vroeger tijd door vakbekwa me handen werd gebouwd. Het woonhuis, dat oudtijds na afbraak weer werd vervangen door een bouwsel van vrijwel gelijke orde en grootte heeft eeuwenlang de schaal van de stadsbebouwing bepaald. Sedert een halve eeuw is de architect door verschillende oorzaken steeds meer gedwongen grotere panden te bouwen, waarmede hij de oude schaalverdeling dikwijls ernstig heeft geschaad. Aldus is de constructielijn veranderd, zoals men kan zien bij uitbreidingen in onze stad en vele andere steden. Straatoppervlak, hoogte der panden, groenstroken zijn niet meer gelijk aan die in het ver leden. Stedebouwkundig werkt men volgens andere normen, waardoor steeds minder op "menselijke schaal" kan worden gebouwd. Om verkeersproblemen te kunnen oplossen zullen in de naaste toekomst bovendien de totnogtoe gerespecteerde rooilijnen worden aangetast. De vraag, die wij ons hier op dit ogenblik stellen, luidt of we zo maar kunnen doorgaan. Aanvankelijk was het gewoon, dat huizen werden ge moderniseerd. In de 18e eeuw werden trapgevels veranderd in lijstgevels. De 19e eeuw was de periode waarin vervallen panden werden gesloopt of vervangen door nieuwe. Ook geschiedt dit thans nog regelmatig. Gezien de

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1976 | | pagina 8