- 95 - DE VOEDING DOOR DE EEUWEN HEEN (II) Over radijs schrijft Karei de Grote al in zijn "Capitu- laria". Hij noemt deze "raditz", afkomstig van het Latijnse woord radix, dat wortel betekent en waarvan het meervoud radices is. In 868 bouwde men in Engeland de eerste windmolen; voor het gebruik van de wind, het windrecht, betaalde men als cijns aan het Hof b.v. 100 alen of 500 eieren. In het oosten breidde het rijk van de Arabieren, het rijk van de Islam en de Koran, zich steeds verder uit. Na de verovering van Perzie, deelden de Arabieren weldra in de sprookjesachtige kuituur en de verfijnde culinaire gewoonten. Gewend aan sober eten, zoals schapebout met dadels, want het varken was onrein, zagen ze de banketten van de kaliefs en droegen de ver fijning over aan het hele rijk, tot in Spanje en Noord- Af rika. De Perzische keuken bereikte via de kruisvaarders ook West-Europa. Men introduceerde de bloemkool en de perzik (persica), waarin we de naam Perzië terug vinden. Verder bladerdeeg en marsepein. De laatste naam is grappig om na te trekken. Deze zoete lekker nij kwam na wat omzwerven in Italië terecht en werd daar in spanen doosjes op de markt gebracht. Deze verpakking heette "marzapane" en zoals het wel meer gebeurd ging de naam van het doosje over op de inhoud en werd het "marzipan". Een grote vooruitgang tekende zich af. Men maakte met heet water een aftreksel van de heester sah, de voorloper van de thee. Onder het landsheerlijk gezag werden in Holland en Zeeland dijken aangelegd en dit zware werk vergde stevige kost met vette sauzen, rijkelijk voorzien van mosterd om het smakelijker te maken. Hier te lande ontstond de Waag, die zich uitbreidde tot handelscentrum. Bijna tegelijkertijd verscheen de "wisselaar", die vreemde munten woog en wisselde. Dat betekende het begin van het bankwezen. De wereldreizigers Nicolo en zijn zoon Marco Polo vertelden na hun omzwervingen over de rijkdommen van India en China; de edelstenen, de muskaatnoot, de kruidnagel, de gemberplant en de rijstwijn. Ze vertel-

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1976 | | pagina 15