- 112 -
vis (Merluccius merluccius) welke wij kenden tot de
laatste oorlog, maar die nu zeer schaars is.
Deze vissoort komt namelijk alleen voor aan de zuidkust
van Engeland en Ierland en aan de kusten van Zuid-Euro
pa en leeft bovendien op grote diepten.
Door de grote vraag naar stokvis in gedroogde toestand
(eiwitten), voornamelijk in bepaalde landen van Afrika,
ging men over tot het drogen van kabeljauw, welke veel-
vuldiger voorkomt en gemakkelijker is te vangen. Deze
werd eveneens onder de naam stokvis verhandeld, maar
is wat bruiner van kleur en losser van vlees.
Zoals gezegd prijkte stokvis met rijst en aardappelen op
vele Zeeuwse tafels, want voor de komst van de aard
appel was ook rijst een volksvoedsel en al ten tijde van
Alexander de Grote in Europa bekend. Onder Karei V
begon de rijstcultuur in de Povlakte, waar ze nu nog be
langrijk is.
Schepen met vele balen rijst passeerden dan ook in de
vijftiende en zestiende eeuw de tol van Ier sekeroord, op
weg naar Antwerpen. Maar midden 18e eeuw verdrong
de aardappel grotendeels de rijst als volksvoedsel. Ech
ter niet bij het eten van stokvis, want nog heden ten da
ge zegt men dat rijst daar bij hoort! Dit wat het middag
maal betreft.
Nu nog iets over het avondeten. Op onze eilanden waren
van oudsher mosselen en alikruiken (krukels) een volks
voedsel. In oude Frankische nederzettingen in de duinen
vindt men nu nog wel afvalhopen van mosselschelpen. De
schelpdieren waren voor de bevolking wel erg goedkoop.
Men hoefde ze maar te rapen langs buitendijken en strek
dammen. Ze werden ook veelvuldig uitgevent in stad en
dorp.
Ook nu worden nog "krukels" gegeten. Maar men zegt
tegenwoordig: "Daar hoort krentenbrood bij". Deze com
binatie klopt echter allerminst!
Men kende hier vroeger nauwelijks krentenbrood, zeker
niet bij diegenen die vaak krukels aten. In het merkwaar
dige boekje, gedateerd 1843, "Zijn scheepswerven te
Zierikzee nuttig of schadelijk?", wordt in verband met de
wat betere verdiensten der Zierikzeeënaars gezegd: "De
weelde en verkwisting nemen onder de mindere standen,