- 171 - Cats is een dichter die "eerst de brandende hartstochten, zoals hij ze zelf op 't hevigst voelt koken, analyseert en als om weder z'n kracht bij de Filistijn te zoeken, zich zelve tastend en zichzelve spiegelend onder 't uitrafelen van de nachtgeheimen van 't verboden bed in 'n bijna pria- pistiese wellustige) novellistiek, tracht in z'n realisme z'n kalmte te vinden. Maar is hij eenmaal zichzelve weer meester, dan stijgt hij ook even trouw weer op naar reiner sferen, leraart in veilige rust z'n hoorders over de ver heven wijsheid van Ouden en Wijzen en bezegelt z'n woorden met de gewijde uitspraken van de Evangelisten, de Kerk vaders en de Profeten". Volgens Van Es "vertoont zijn werk geen psychische gespletenheid", een lezersoordeel dat geen recht doet aan de leeservaringen van vele anderen. "Cats was in zijn jeugd eer wispelturig dan vast van karak ter", is de indruk die Van Heeckeren aan zijn lektuur van Cats' werken overhoudt. "Even veranderlijk als hij toch was in zijn verliefdheid, was hij ook in zijn ambitie. Hij wilde vooruit komen, dat stond vast, maar hij kon mis schien zelf niet zeggen welke glorie hem het meeste toe lachte, of hij een beroemd rechtsgeleerde, een groot schrij ver of een populair dichter wilde worden. In alles wat hij ondernam schijnt hij nogal gelukkig te zijn geweest". Vanuit het Renaissancistische literaire spel -met als in zet de harmonische ontplooiing van zijn persoonlijkheid- groeit Cats naar een sociaal getint dichterschap. Sociale vaardigheden ontwikkelt Jacob zeer gemakkelijk: hij had een blijmoedig karakter, "genegen om te mallen", dat wil zeggen speels. In Leiden en Orleans toonde hij het gedrag van het gezelligheidsdier. Zijn gevoel voor humor wordt in de ambtelijke loopbaan gebruikt voor diplomatieke doeleinden. In de dichtwerken relativeert hij er het men selijk bedrijf en zijn eigen emoties mee. Voor de knipoog i n het werk van Cats is niet iedereen even gevoelig. We kunnen scherts verwachten in de emblematabundels, in de Trou-ringh, de Huwelycks-fuyck en de Aspasia. De ontwikkeling van de tobbende naar de sociale dichter verloopt geleidelijk. Dat komt, omdat de persoonlijke levensvragen vanaf het begin al verpakt zijn in moralisatie en luchtige of ernstige aankleding. Het valt de moderne lezer niet mee, door de feestdos heen te zien en de stem van de levende mens te horen. Op den duur verdwijnt Jacob nagenoeg helemaal achter de moralisatie in zijn werk. Dit

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1978 | | pagina 19