- 174 -
en grollen of de verrukkelijke schandaalver halen, waarin
anderen kunnen worden uitgelachen of bespuwd. Eenmaal
aanvaardend dat de erotische drift moest worden ingebed
in het huwelijksleven, kon Jacob Cats aan dat onderwerp
niet voorbij.
Uit behoefte aan zelfopvoeding speelt Cats de wijze lessen
die hij in zijn stichtelijke en wereldse literatuur tegenkomt,
naar zijn lezerspubliek door. En dat publiek voor zich
winnen kon Cats uitstekend. Hij vertelt veel verhaaltjes
en anekdotes, want hij houdt ervan zijn zwevende gedach
ten vast te haken aan konkrete zaken. Een hoge vlucht hoe
ven zijn denkbeelden ook niet te nemen. Hij heeft er geen
behoefte aan. Op godsdienstig terrein gedraagt hij zich als
een gehoorzame volgeling van de grote stroom. Op Zorg
vliet laat hij zijn geestelijk leven nog volledig door Haagse
predikanten verzorgen. Op staatkundig terrein blijkt Cats
al even weinig kreatief. Hij aanvaardt het staatsbestel
zoals het zich ontwikkelt zonder er zelf invloed op uit te
oefenen. Cats is een uitvoerend ambtenaar, geen richting-
bepalend leider. Hij keek terug en nam van voorgangers
over wat gebleken was geschikt te zijn. Hij keek ook om
zich heen: Cats kon verschillende standpunten aan elkaar
lijmen, tegenstellingen verzoenen. Over de plooibare
staatsman is het nodige geschreven.
"De gemoedelijke prater", vindt Van Heeckeren, "was ge
steld geweest in een ambt waarin hij Oldenbarneveld tot
voorganger en De Witt tot opvolger had; hij, de rustlievende
en vaak vreesachtige man, had in die hoedanigheid met
mannen van ijzer en staal moeten omgaan". In de Grote
Vergadering van 1651 stond Cats voor de zware opgave,
de uit elkaar vallende republiek der zeven verenigde pro
vincies bijeen te houden. "Hoe kwam het", vraagt Van
Heeckeren zich af, "dat later de stadhouderlooze partij
-zij anders zoo fel in haar woede, dat zij Cats' schoon
zoon, den griffier Cornelis Musch, tot zelfmoord aandreef-
toch aan Cats, den vriend des prinsen van Oranje, het
buitengewoon gezantschap naar Engeland opdroeg?" Het
antwoord op deze vraag moet zijn: "Aangenaamheid in den
omgang en plooibaarheid in overtuiging zullen wel de voor
naamste oorzaken van deze voorkeur geweest zijn, maar
deze eigenschappen zouden zonder een groote mate van
bruikbaarheid hem weinig gebaat hebben. Als pensionaris
en als raadpensionaris was Cats een trouwe dienaar van de