- 180 -
virtuoos geleerde is, in de klassieken en in de moderne
letteren thuis. Meertens somt alle auteurs op die Cats ge
lezen en waarschijnlijk ook bezeten heeft. Dat is een in
drukmakende lijst, waarover Meertens opmerkt: "Een ze
kere trek om zijn belezenheid en geleerdheid te laten uit
komen, valt hierin niet te miskennen, maar ook in dit op
zicht handelt Cats geheel en al in de geest van zijn tijd en
volgens de tradities van de zeventiende-eeuwse geleerden
Er is nog een ander literair verschijnsel, waar wij on
wennig tegenover staan. Dat is het onpersoonlijk karakter
van het meeste literaire werk uit de zeventiende eeuw.
Wij zijn aan de voorschriften van de negentiende-eeuwse
romantiek zo gewend geraakt, dat wij haast vanzelfspre
kend van elk kunstwerk eisen, dat een levend mens zich
er rechtstreeks in uitspreekt. Wij zoeken persoonlijke ge
voelens, uitgedrukt in een persoonlijke stijl. Het verwer
ken van autobiografische gegevens in literaire werken is
zo normaal, dat wij het gemis van zo'n persoonlijke toets
beoordelen als een artistiek tekort. Welnu, alle werken
van Hooft en Vondel die we genoemd hebben brengen bui-
ten-persoonlijke onderwerpen in een weinig oorspronke
lijke stijl. Immers, oorspronkelijkheid in "romantische"
zin van "nog nooit ergens aangetroffen" of "geen bekende
beeldspraak gebruikend", die was onbekend in de Renais
sancistische vormencultus. Een al te persoonlijk geluid,
het onverhuld tevoorschijn treden met eigen levensvragen
werd opgevat als uit de rol vallen, het elegante verfijnde
spel niet meespelen. Op onze twintigste-eeuwse afstand
vinden wij dat sommige uitdrukkingen, aan volkstaal ont
leend, "uit de toon vallen", maar de dichter van toen had
ook daar andere opvattingen over dan wij.
In het verhullend rollenspel van zijn lyriek blijft Hooft
binnen het drukbeoefende genre van het minnelied, meest
al het pastorale. De herder is daarin een kunstzinnige
vertaling van de eigen persoon in het droombeeld van idee
le minnaar. In zijn drama's en prozawerken treedt Hooft
op de achtergrond als hij politieke en staatkundige proble
men behandelt. Met Vondel is het al niet anders. Hij be-
kommentarieert wel eens een zelfportret, maar dan heel
afstandelijk, alsof hij naar een goede bekende kijkt. Cats
schrijft net zo'n portretvers. Er zijn niet veel gedichten,
waarin Vondel zijn eigen leven en de daaraan verbonden
emoties zichtbaar maakt. De Amsterdamse dichter leeft