- 183 -
den kwam, waar zijne Edele gestrengheid dit bijzonder
geval voorstelt: te weten, of het gebeurde dat een jonge
deerne haar in enig kasteel opgesloten hebbende en al
daar in een opperkamer aangevochten wordende door
enigen die haar eer wouden krenken en nu in zeker pe
rikel staande van door de geweldigers overvallen te
worden, mits zij de kamerdeur op de vloer lopen (stor
menderhand binnenkwamen dus), of zeg ik, dezelfde
deerne, hebbende gelegenheid om zich uit een venster
te werpen en alzoo door de dood de oneer te ontgaan,
zulks vermag en behoort te doen, dan of ze, zonder
zulks te ondernemen, de uitkomst van de zaak moet
verwachten".
Cats gaat dieper op deze theorievraag in, Joan de Brune
reageert met een van die anekdotes waar Cats de oren nu
juist voor sluiten wil: "Let er op, Mevrienden, dit is eerst
rechte Liefde. En dat wist zekere Jan Gat wel die -toen
hij een ander met zijn lelijk wijf op het bed bezig zag-
verre van in gramschap te ontbranden, viel hij dadelijk
op zijn knieën en dankte God, omdat er nog zoveel liefde
in de wereld was".
Uniek is de autobiografie, als genre in onze letteren niet
beoefend behalve door Jacob Cats en na hem -maar dan
in het latijn- door Constantijn Huygens. Renier noemt de
memoires van Cats een van de vroegste zelfopenbaringen
uit de westerse literatuur, gei'nspireerd door de moderne
geest waarvan de Engelsman Samuel Pepys blijk gaf in
zijn dagboeken. Cats trachtte daarin zichzelf te begrijpen
in relatie tot de wereld waarin hij zich bevond. Het mijme
ringenboekje Tachtig-jarig leven en huishouding op Zorg
vliet lijkt in zijn opzet -de dagindeling- en allerlei morali
serende uitweidingen een navolging van het Dagwerck van
Huygens, dat in de jaren 1627 - 1638 ontstaan is en voor
het eerst verscheen in de Korenbloemen van 1658. Cats
kan het werk wellicht eerder hebben ingezien bij zijn vriend.
Met zijn heidense toneelspel breekt Cats zijn naam als
dichter uit het zuiver calvinistische kamp af. Hij hield dit
lichtzinnig vermaak dan ook onder zich. Hij kan in 1655
tot publikatie ervan overgegaan zijn, toen hij merkte dat
Jacob Westerbaen er rond voor uitkwam een grage bezoe
ker te zijn van de niet al te kiese kluchtspelen in de Haagse
schouwburg. Na Cats zal Huygens zich aan het toneel wa
gen met een vrolijke ongegeneerde zedenklucht over de