- 184 - Antwerpse kroegenbuurt, Trijntje Cornells, geschreven in 1653. Revius waagt zich niet verder dan een zeer kort bijbels treurspel, Ham an, dat als een leesdrama bedoeld is en dus niets uitstaande heeft met de schouwburg, waar tegen een orthodoxe predikant als Reefsen is,met niet af latende ijver ageren moet. Jeremias de Decker houdt zich helemaal op de vlakte met zijn vertaling van het latijnse bijbelse drama Baptistes van de Engelse dichter George Buchanan in zijn Baptistes of (Johannes de) Dooper 3. De waardering voor het werk van Cats. Het 'Papiere-kint' in de inleiding van de Trou-ringh ver telt ons, dat Cats zijn versregels met zorgende aandacht bijschaafde. Hij dichtte niet met het grootste gemak, al menen velen dat te mogen afleiden uit woordherhalingen, metrische zuiverheid en "slappe verzen". Op veel plaat sen, vooral in inleidingen, schenkt hij aandacht aan de ambachtelijke kant van het verzen maken. Ook de architek- tuur van zijn werken blijkt doordacht te zijn. In alle voor woorden legt Cats verantwoording af van de bouw van zijn werk. Soms krijgen de onderdelen een rijke variatie in vorm, zoals in de Self-stryt. Bij de afzonderlijke bespre king van elk werk hebben we aan deze architektonische kwaliteiten aandacht besteed. We zullen hier nog enige bijzondere stijlkenmerken behandelen die we bij Cats aan treffen: herhalingen, beknoptheid en zoetvloeiende een voudigheid. Over de herhalingen in de gedichten van Cats zijn velen gevallen. Zij hebben weinig begrip voor dit Renaissancis tische spel. Zoals een bekwaam musicus op een thema een reeks van variaties kan spelen, zo geeft ook een dichter virtuoze herhalingen met variaties. Hoe dichter de begrip pen kwa klank bij elkaar liggen, des te knapper is de dicht - prestatie. De moderne dichter laat daarin de onuitputte lijke mogelijkheden van de moedertaal zien. Cats vraagt in een voetnoot extra waardering voor zijn virtuositeit op eenlettergrepige woorden in het 'Vrouw en-voor dicht' uit het derde boek van zijn Houwelyck: Vraagt iemand wat ik voor een vrouw Tot mijn gezelschap wensen zou? Gezellen, zo hier wensen geldt, Ik wens er ene dus gesteld:

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1978 | | pagina 32