- 191 - nu de kwaliteiten van dat werk naast elkaar plaatsen. Het meest geboeid zijn we door de ingespannen, soms wan hopige pogingen die Jacob doet om een innerlijk evenwicht te vinden door zich vast te klampen aan de omringende wereld. Hij doet dit met wisselende stemmingen, onder gebruikmaking van al zijn intellektuele en emotionele kracht. Zijn zonnig karakter schittert het beminnelijkst in de Proteus, Emblemata oeconomica, Galathee en Trou- ringh. Bekoorlijk is zijn antipastorale Aspasia. Sympathiek om zijn oprechte sociale intenties is zijn meesterwerk, het Houwelyck, gevolgd door de minder serieuze huiselij ke boeken Spiegel en Tachtig-jarige bedenckingen. We ko men onder de indruk van de persoonlijke strijd van Cats in de Dootkiste en Gedachten op slapeloose nachten. Daar staan nogal intieme werken als Ouderdom en buytenleven op Zorgvliet en Tachtig-jarig leven en huyshouding naast. Juist deze vier werken heeft Cats voor zichzelf en uit ei gen behoefte geschreven. Hij keert daarin naar zijn diepste innerlijk terug en raakt in gesprek met zijn Schepper. De afwisseling tussen beschrijving van de omgeving, mijme ring over het aardse leven en de bestemming ervan, en innerlijke dialoog -soms berustend, soms zeer onzeker- maakt deze dichtwerken tot boeiende leesavonturen die we niet graag gemist zouden hebben. Bilderdijk merkt op: 't werd me alles zinnebeeld, door u getrouw te lezen" en Van Heeckeren voegt daaraan toe: "en zoo wees hij ons ook als met den vinger op Cats' hoog ste verdienste als dichter". Hij vervolgt: "In de geheele wereld en natuur is een wonderbare geest van goedheid, wijsheid, schoonheid, verstand en zedelijkheid verspreid, die zich telkens openbaart en zich telkens weer schuil houdt; geen dichter had een scherper oor om iets van die taal te hooren dan Cats; uit dat oogpunt wist hij der natuur en der wereld onschatbare geheimen te ontwringen. De kleinste dingen heeft hij tot kostbare zinnebeelden omge werkt". Koopmans wil ons doen geloven dat de boer en le vensgenieter Cats niet "realistisch" maar "literair", dus met een Renaissancistische vervormingsbril om zich heen keek. Dit denkt Van Veen ook, hoewel deze meer begrip toont voor de literaire genre-eisen waaraan Cats in zijn dichtspel altijd gehoorzaamt. Het blijft hoe dan ook bij Cats altijd de moeite waard, ge duldig en aandachtig te luisteren naar zijn menselijke stem

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1978 | | pagina 39