- 161 - -hopelijk gesteund door zeer velen- wil pogen om gedaan te krijgen dat de Grote Kerk tot in lengte van dagen als mo nument van geschiedenis en kunst behouden blijft. Als een kerk kan gelden als "monument van geschiedenis" dan betreft dat toch in de eerste plaats de kerkgeschiede nis. Vandaar dat ieder rechtgeaard kerkmens dankbaar zal zijn als zo'n gebouw midden in de stad, midden in het leven van elke dag, nu en in de toekomst, symbool kan blijven van de bestemming waarvoor het eens werd opge trokken, van het Woord dat er is verkondigd, het geloof dat er is beleden. Overigens, wie thuis is in het verleden, weet dat stadsge schiedenis en kerkgeschiedenis geenszins streng te schei den zaken zijn. Zeker was dit niet het geval in de periode vóór 1795 voor wat betreft de Nederlands Hervormde Kerk (toen Nederduits Gereformeerd genoemd), die een bijzon dere band had met de overheid. Ook in de 19e eeuw is daar wel het nodige van overgebleven, en bleef de "Grote Kerk" een bijzondere plaats innemen in de stad, zeker in een kleine stad als Zierikzee. Dit neemt niet weg dat de betrek kingen met de stad en met de totale bevolking vóór 1795 sterker waren. Als er thans, door de eigendomsovergang, maatschappelijk gesproken een brede basis onder het ge bouw wordt geschoven, levert dat in zekere zin een aan sluiting op bij de tijden van vroeger. Toen was de (stede lijke) overheid in financieel opzicht "Oppervoogd". Zij stelde zich garant voor tekorten. Zij legde lasten op aan heel de burgerij als het de instandhouding van het kerkge bouw betrof. Omgekeerd was het dan ook weer zo, dat de hele burgerij profijt had van het gebouw, dat ook benut werd voor andere zaken dan alleen godsdienstoefeningen. Zo bijv. de van stadswege betaalde orgelbespelingen. Ook jaarlijkse bijeenkomsten vanwege de stedelijke Latijnse School, en dergelijke. Op dit gebruik van het gebouw voor bijeenkomsten van al lerlei aard en door allerlei kringen uit de burgerij willen we thans niet verder ingaan. Wel nog een enkel woord over het volgendejwat heeft de Nieuwe Kerk te Zierikzee voor betekenis als bouwkundig monument? De aanleiding van de totstandkoming destijds was droevig genoeg: in 1832 ging de oude St. Lievensmonsterkerk in vlammen op. Dit moet een in allerlei opzichten belangrijk, merkwaardig en groots gebouw geweest zijn. Het treft ons

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1978 | | pagina 9