- 219 -
lijke ruimte, werd geprezen. In het algemeen werd gesteld,
dat de doorgaande ontwikkeling van de recreatie, met de
daarbij behorende randverschijnselen, de vereniging grote
zorgen baart.
Het provinciaal bestuur werd verzocht de gemeentebestu
ren, die in deze weinig verantwoordelijkheidsgevoel lijken
te kennen, te verplichten hun bestemmingsplannen en voor
al hun oude uitbreidingsplannen aan de veranderde inzich
ten aan te passen. Gevraagd werd om meer dorpen aan te
wijzen als beschermd dorpsgezicht.
De recreatieve afronding van de recreatie in de Westhoek
van Schouwen-Duiveland werd toegejuicht, voor zover
deze afronding betekent:
geen uitbreiding van de bestaande voorzieningen, alsmede
geen nieuwe voorzieningen.
Bezwaar werd gemaakt tegen de aanwijzing van Zonne-
maire als recreatiecentrum en de inrichting van het bui
tendijks oevergebied bij deze plaats voor dagrecreatieve
doeleinden. Het inrichten van een jachthaven bij Zonne-
maire moet voorlopig zeker achterwege blijven. In geen
geval moeten de verkeer svoorzieningen worden aangepast
aan de voortschrijdende recreatieve druk. De noodzakelijk
heid daartoe acht Stad en Lande niet aanwezig.
Gevraagd werd bij de Cultuurmonumenten ook op te nemen
een gebied ten oosten van Scharendijke aan de Langendijk,
waar oudheidkundige vondsten zijn gedaan.
In de reactie van de Provincie werd zodanig aan de vragen
en opmerkingen van Stad en Lande tegemoet gekomen, dat
een verdere reactie achterwege is gelaten.
Het herziene Streekplan voor Schouwen-Duiveland biedt
perspectieven voor een leefbaarder eiland.
Van de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappe
lijk Werk ontving Stad en Lande het verheugende bericht,
dat de Kop van Schouwen voorlopig was aangewezen tot
natuurgebied in de zin van artikel 1, onder b, van de Na
tuurbeschermingswet (Stbl. 1967, nr. 572). Hierover zal
nog een waarderende brief aan de Minister worden geschre
ven.
3.5.1. Brouwershaven
De belangrijkste gebeurtenis in Brouwershaven is onge-