- 247 -
Het resultaat is een landbouwkundig gezien vrij slecht,
„hollebollig" weiland. De opslibbing vond langzaam plaats
(kalkarm dus!) en pas gestopt na ca. 1100, toen dit gebied
bedijkt en ontwaterd werd.
In de Yerseke Moer zien we een typisch Zeeuws landschap zo
als het er al honderden jaren ligt, met merkwaardige hoog
te- en bodemverschillen en een aparte flora en fauna. Alle
maal zaken die bij herverkaveling onherroepelijk verloren
zullen gaan!
Via de Reeweg vervolgden we onze tocht. Een bochtige weg,
want hij is aangelegd op de bodem van een verlande kreek!
Ter weerszijden waren duidelijk de wat hoger gelegen oever
walletjes te zien. Aan het eind van de Reeweg kwamen we
door het gehucht Vlake, waar zich ook een vliedberg bevond.
De derde stop werd gemaakt in het gebied ten zuiden van
Goes. Hier in de Goese Poel is al wel herverkaveld en de
verschillen met de Yerseke Moer waren zichtbaar: veel oude
perceelgrenzen (meidoornhagen) zijn er weggehaald, wegen
rechtgetrokken, sloten aangepast. Hier en daar is een aardig
hoekje gespaard. Op een kreekrug duidde puin op oude bewo
ning
In een versgegraven slootwand was fraai een gemoerd oudland-
profiel zichtbaar. De veenlaag onder de klei was er plaatse
lijk recht afgestoken (darincdelven)
Over het moeren en selbernen vertelde de heer Ovaa veel in
teressants. Hij heeft berekend dat uit 1 m3 veen 15 kg zout
werd gehaald en kwam voor heel Zuidwest-Nederland tot een
totale zoutproduktie in de loop der eeuwen van 6.000.000.000
kg. Wie meer over deze moernering wil weten (of over oude
Scheldelopen en bodemkunde van Zeeland) moet de publicaties
van de heer Ovaa in de Provinciale Bibliotheek maar eens
opzoeken
De deelnemers aan deze excursie konden terugzien op een
koude en heldere, maar vooral leerzame dag!
Frans Beekman.
promotie"
Op 28 april 1978 promoveerde aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam, cum laude, tot doctor in de geneeskunde, ons
medelid C.m. van Hoorn, op het academisch proefschrift ge
titeld: Levinus Lemnius 1505-1568, zestiende-eeuws Zeeuws
geneesheer