- 326 -
ZOMEREXKURSIE NAAR AMMERZODEN EN BUREN.
Het eerste doel van de exkursie op 26 mei a.s. is het kas
teel Ammersoyen te Ammerzoden. Dit kasteel, dat als een voor
beeld van het ideale kasteeltype van de late middeleeuwen
moet worden gezien, is vermoedelijk in 1384 gesticht door ene
Arnd van Hoemen. In 1590 heeft een brand grote schade toege
bracht aan het kasteel, die pas omstreeks 1650 werd hersteld.
Nadien is er aan het geheel weinig meer veranderd. Mede, om
dat de eigenaren in de 18e eeuw niet meer permanent op het
kasteel verbleven, werd het gespaard voor de in die tijd
sterke moderniseringsdrangAlleen in de 19e eeuw werden
door een Belgische baron, Arthur de Woelmont geheten, enkele
romantische veranderingen aangebracht.
Na 1873 komt het kasteel in handen van de Clarissen, die het
tot klooster bestemmen. In 1944 krijgt de bevolking van Am-
merzoden een veilig onderdak in het kasteel, dat bestand
blijkt tegen het moderne granaatvuur van de Duitse aanvallen.
Daarna is het nog tijdelijk in gebruik geweest als gemeente
huis en de kapel als R.K. Kerk. Er is zelfs nog enige tijd
een wasmachinefabriek in gevestigd geweest.
In 1957 kon de STICHTING VRIENDEN DER GELDERSCHE KASTEELEN
het kasteel aankopen. Eind 1959 werd begonnen met een gron
dig onderzoek van het kasteel voorafgaande aan de restaura
tie. Eerst toen bleek, dat de achtervleugel, het voornaamste
woongebouw, een verrassend grote hoeveelheid middeleeuwse
gegevens bevatte, die tevoren onder pleisterwerk schuil gin
gen. Zo kwamen vijf muurtrappen tevoorschijn en verder
schouwen, lampnissen, gemakken, een waterput, enz.
Omdat in de achtervleugel omstreeks 1650 de verdiepinghoog
ten waren gewijzigd, alle vondsten natuurlijk op de oude
verdiepinghoogten aansloten en er van na 1650 inwendig bijna
niets van belang was overgebleven, is bij de restauratie de
achtervleugel zoveel mogelijk teruggebracht in de staat van
vóór de brand van 1590.
Dit betekende het herstel van de machtige houtkonstruktie in
de benedenverdieping (de huidige taveerne) en van de imposante
ridderzaal en de aangrenzende kemenade (het vrouwenvertrek)
op de hoofdverdieping met hun plafonds op balken van zilver-
spar en hun schouwkappen van vakwerk, die men in ons land
nergens meer aantreft. Alle gegevens hierover leverde het