- 46 - nesse. De laatstgenoemde was erg geïnteresseerd in his torie en paleontologie. Ook ik vond dat interessant. Tijdens het vissen had ik tussen mosselzaad twee voor werpen gevonden, die ik aan mijn aanstaande schoonvader wilde laten zien. Voordat ik naar Renesse ging, toonde ik mijn vondsten aan de toenmalige conservator van het Zierikzeese mu seum, de heer P. van Beveren. Deze kende ze niet, maar dacht aan "speerpunten van de oermens". 's Avonds ging ik naar Renesse, vertelde De Nooijer dat deze voorwerpen bij Terneuzen waren opgevist en vroeg hem wat het kon zijn. Ook hij moest het antwoord schuldig blijven en toen zei ik wat Van Beveren veronderstelde. "Geen sprake van", zei schoonvader, "want het lijkt mij organisch materiaal!" Hij vroeg me het te mogen-opzen den naar Drs.P.van der Feen te Middelburg. Na enkele dagen kwam het bericht dat het tanden waren van de grootste haai die ooit had geleefd en die reeds lang was uitgestorven. Dit dier leefde in het zogenaamde Myoceen, zodat, de ouderdom van de haaietanden werd geschat op 25 tot 30 miljoen jaar. Ook de opgeviste schelpen waren uit hetzelfde tijdperk. Aldus het verhaal van de heer De Nooijer. Hij vroeg mij of het mogelijk zou zijn om eens een spe ciale tocht met wetenschapsmensen te organiseren. Ik zei hem dat hij daarover eens met mijn vader, schip per van het vaartuig Z. Z. 8, moest gaan praten. Dat gebeurde, en nadat vader dit aan grootvader Jacob Schot (destijds medefirmant) had voorgelegd, werd goedkeuring gegeven, mits Van Beveren, die iets voor onze familie had uitgezocht, ook mee mocht. De Nooijer beloofde spoedig contact met Van Beveren te zullen opnemen. Ze besloten samen de uitnodigingen naar geinteresseerden te verzenden. Zo vertrok op zaterdag 28 juli 1951 de Z. Z. 8, voor de eerste maal uit de Zierikzeese haven, met als speciaal doel: prehistorische botten vissen. Deze eerste tocht ging natuurlijk naar Terneuzen. Aan boord waren onder anderen Drs. Van der Feen, deskun dige uit Zeeland en Dr. J. Huizinga, anthropoloog, thans hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Van de Leidse universiteit was nog niemand aanwezig.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1979 | | pagina 14