- 37 - De vereniging met de Nederlanden bracht Gent grote voor delen: de Rijksuniversiteit (1817), het kanaal naar Ter- neuzen (1827) en een grote afzetmarkt voor de katoenpro- dukten. De mechanische vlasspinnerijen dateren van 1840. Tot zover een beknopt overzicht van de geschiedenis. M. E. J. G. 1 APRIL 157 2 - HET NIEUWS VAN DE INNAME VAN DEN BRIEL IN ZIERIKZEE. Op 1 april 1572 kwamen de Watergeuzen voor Den Briel. Zij vernamen dat de stad zonder garnizoen was. Met een paar honderd man gingen de geuzen aan wal, staken de poorten in brand en drongen de stad binnen. Na een woeste plundering besloot de vlootvoogd Willem van Lumey, graaf van der Mark, op aandrang van Blois van Treslong de stad te behouden voor de Prins van Oranje. De inname van Den Briel betekende een grote verrassing zowel voor Willem van Oranje, als voor de landvoogd van Philips II, de hertog van Alva. De inname betekende een keerpunt in de strijd tegen de Spanjaarden. Het betekende het sein tot de aanval voor de Prinsgezinden. Vlissingen weigerde de troepen van de hertog van Alva binnen te laten. De Watergeuzen werden echter wel in de stad toegelaten. Veere werd al spoedig door de geuzen in bezit genomen. Op 8 augustus 1572 werd Zierikzee na een kort beleg voor de Prins gewonnen. Een poging van de Graaf van Boussu, stadhouder van Hol land, Zeeland en Utrecht, om de geuzen uit Den Briel te verdrijven werd afgeslagen. Het nieuwe van de inname van Den Briel verspreidde zich snel. Hoe de stad Zierikzee de berichten over de inname ontvingen lezen we uit een brief van het Zierikzeese stads bestuur aan hun Goese collega's. De brief luidt als volgt: "Eersaeme, wijse, zeer voirsienighe heeren. Hoewel wij sunderlinge geen kennisse en hebben van 't innemen der stede van den Bryele, nochtans omme te thoenen onse goe de affectie ende correspondentie (onder naegebueren in tijde van noode geprese) en hebben nyet coenen gelaten

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1979 | | pagina 5