- 337 - Het is hoogst opmerkelijk, ook bij vergelijking met opgra vingen elders, hoe bitter weinig losse vondsten bij het bodemonderzoek aan het licht zijn gekomen. Het fijn ver pulverde puin van zeeuwse moppen als gevolg van de toepas sing van buskruit bij het opruimen in 1832 niet meegerekend. Wie dit leest, zou misschien de indruk kunnen krijgen, dat het door de rijksdienst voor oudheidkundig bodemonderzoek te Amersfoort ondernomen opgravingswerk niet tot een posi tief resultaat heeft geleid. Niets is echter minder waar. In de eerste plaats zijn- koorpartij en kapellenkrans van de Sint Lievens Monsterkerk, die in 1832 afbrandde, gelo kaliseerd, ten dele ontgraven en in kaart gebracht. Ver volgens is men gestuit op zware funderingen, die afkomstig bleken te zijn van een oudere, 13de eeuwse Sint Lievens- kerk, die in 1466 door de bliksem werd getroffen. Van deze kerk, die tot dusver volkomen in het duister was gebleven, kon de gehele plattegrond van de koorpartij worden gere- konstrueerd. Tenslotte, en deze vondst overtrof eigenlijk alle verwach tingen, konden op verschillende plaatsen rondlopende fun deringen van tufsteen worden gelokaliseerd, die zonder enige twijfel afkomstig zijn van een llde/12de eeuwse kerk, reeds enigermate aangeduid in een publikatie van 1834 door mrBerman Aangenomen mag worden, dat deze vroege kerk een zeer zeld zaam klaverbladvormig grondplan moet hebben gehad, zoals in ons land bijna nergens voorkomt. Om nog meer gegevens over dit zeer oude Peüehuis te ach terhalen zal te zijner tijd verder onderzoek noodzakelijk zijn, met name op de plaats waar langs de buitenmuur aan de Meelstraatzijde momenteel steigers staan en voorts bin nen in het huidige kerkgebouw. Dit laatste zal evenwel nog moeten wachten op de aanvang van de restauratiewerkzaamheden. De vooruitzichten op een spoedig begin zijn thans zonder meer gunstig te noemen. De verwachting is gewettigd, dat het in neo-classicisti- sche stijl opgetrokken kerkgebouw uit 1848 binnen afzien bare tijd weer hecht en „opgefrist" in het stadsbeeld zal prijken. De „aankleding" en verzorging van het grote kerkplein zal dan mede in belangrijke mate bepalend zijn voor het totaal beeld; in de onmiddellijke nabijheid van een gerestaureer-

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1979 | | pagina 5