- 33 -
We missen de tweede zolder, een kamer en het keldertje.
Het is niet onmogelijk dat de rest van het huis werd be
woond door de toen reeds meerderjarige zoon Johannes.
Deze zal na het overlijden van zijn vader het pand met
zijn gezin geheel zijn gaan bewonen. Dat Johannes er in
derdaad woonachtig was blijkt uit twee boedelscheidings-
acten. De eerste opgemaakt na het overlijden van zijn
eerste vrouw, Tona Natte op 20 januari 1729, waar vermeld
wordt:
"Vaste goederen:
"een huijs, schuyre en erve staande ende gelegen op den
"dorpe van Dreyschor, daar Allegoet tegenwoordigh in is
"wonende"
Dit "tegenwoordigh" duidt er mogelijk op dat hij pas
hoofdbewoner was, hetgeen kan kloppen vanwege het feit
dat in oktober 1726 zijn vader nog bewoner was van het
opkamertje
Na de dood van zijn eerste vrouw, een jaar later, her
trouwde Johannes Alegoed met Tona Jansdr. de Graeff. Zij
schonk hem 3 kinderen: Zeger, Jan en ZegerinaKort nadat
Zegerina was geboren overleed Tona op 19 juli 1735. Uit
de daarna opgemaakte acte bleek de volgende indeling van
het huis:
- de voorvloer
- op 1t Caemertje
- de keuken
- de spinne
- 't achterhuisje
- de schure
- de voorzolder
- de agterzolder
- de kelder
Johannes hertrouwde vervolgens met Adriaantje Bolle.
Als bijzonderheid mag nog vermeld worden dat Johannes een
voorvader van de schrijver is. In de voorkamer hangt nu het
portret van zijn kleinzoon Cornelis Alegoed (geb. 1763
als zoon van Zeger)die onderwijzer is geweest te Nisse.
Vervolgens wat later in 1750 op 1 juni verkoopt Johannes
Alegoed aan:
"zijnen zoon Jacob Aalegoed, plaats en polder bode, een
"huys, schuur erve en gevolge van dien staande binnen
"deesen dorpe aan de Westzijde (lees Zuidzijde) van den