- 52 -
Spreiding benen standjük Kromhouten
in schaarbeweging m T1 T .7
y Tekemngen naar H.J. Zantkmgl
De geheel stenen stadswoning draagt aanvankelijk nog het
karakter van een kleine burcht die overgebracht is naar
de stad. Het heeft dan grote gesloten muurvlakken met klei
ne lichtopeningen en alle defensieve voorzieningen, als
kantelen, hoektorentjes, enz. zijn nog aanwezig, al wordt
de functie hiervan meer decoratief.
De houten sporenkap werd later in verband met de kwetsbaar
heid ondersteund door een standjuk dat op de moerbalken
werd geplaatst. Het bezwaar hiertegen was de verstoring
van de ruimte door de standjukken die hinderpalen waren.
De Cistercienser monniken hebben bij hun grote schuren,
o.a. die van ter Doest, hiervoor een oplossing gevonden. Ze
laten de staande balk meebuigen met de helling van het dak
en zo ontstaan de kromhouten. Het geslacht Kromhout dankt
hieraan zijn naam. De onderdelen van de houten skeletbouw
werden samengevoegd door een pen- en gatverbinding. Om de
onderdelen tijdens de bouw in de goede volgorde te ver
binden, werden telmerken aangebracht. Aan de vorm hiervan
kan men de ouderdom van het materiaal aflezen.
Behalve aan de houtconstructie kan men het gebouw dateren
aan het eventueel aanwezige metselwerk.