- 87 - of vier keer. Toen begrepen de vissers, dat hier een kapel letje moest worden gebouwd. Zoals in elke legende schuilt ook in deze een mogelijke waarheid. In deze streken werd de Keltische godin Nehalen- nia vereerd en wellicht hadden de vissers een Nehalennia- beeld gevonden. Na de kerstening werd dit dan doorverteld als zijnde een Mariabeeld. Na enige decennia werd de eer ste kapel te klein en bouwde men hier één van de eerste Gotische kerken. Onze gids kreeg de belangstelling en liefde voor de kerk mee van zijn moeder. Zij was een zeer vrome vrouwe en "dus ging ze weinig naar de kerk". Zij vertelde: "De kerk is vier maal 13 meter lang, de toren 4 maal 13 meter hoog, het gewelf 2 maal 13 meter groot." De werkelijke maten zijn respectievelijk 51, 49,5 en 25,40 meter! Het vierkant tussen de vier moerpilaren heeft, evenals het platvorm van de toren, een zijde van 13 meter. De kerk, van 1250-1270 gebouwd in de Scheldegotiekis voor een Roomse kerk zeer sober, maar heeft wonderbaarlijk mooie verhoudingen. De kerk is erg groot voor een dorp van 2000 inwoners. Dat komt, omdat Lissewege een pleisterplaats was voor bedevaartgangers, daar het aan de weg ligt van Scandinavië naar Spanje, waar in Santiago de Compostela Sint Jacob wordt vereerd. In 1586 werd de kerk door de Geuzen in vuur en vlam gezet en verdween het miraculeuze Mariabeeld. In 1625 kwam er een nieuw Mariabeeld. De imposante orgelkast werd in 1652 door de plaatselijke timmerman Walram Rombout gemaakt. De pilaren in de kerk fungeren als boerenbarometerdaar het grondwater hierin meer of minder optrekt, wat een donkere verkleuring van de stenen veroorzaakt. We zagen o.a. een schilderij uit 1713 "Christus aan het kruis" door Mark van Duveneede. Christus is hier Jansenis tisch afgebeeld, d.w.z. met de handen omhoog, hangende aan een T-kruis. Jansenius, bisschop van Yperen was een streng man uit de tijd van het piëtisme, die de verlossingsleer zo interpreteerde, dat Christus niet voor iedereen was ge storven, maar voor een deel van de mensheid. Dit wordt weergegeven door de handen niet horizontaal te schilderen, maar bijna vertikaal. Deze manier van afbeelden komt echter reeds op het eind van de middeleeuwen voor.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1980 | | pagina 23