- 114 - WAT BETEKENT DE NAAM DREISCHOR? Vrijwel steeds verklaart men de naam Dreischor als: drie schorren. Over het woord schor, voorheen veelal schyer(e), heerst eenstemmigheid over de betekenis, namelijk een buitendijk se weide, omgeven door zeewater. Drei zou dan drie betekenen. De drie veronderstelde schor ren die dan tezamen de polder Dreischor zouden vormen, zijn echter slechts geforceerd aantoonbaar. Deze afleiding wordt steeds klakkeloos overgenomen. In het jaar 1206 wordt Dreischor als Drieskire vermeld en later in dezelfde eeuw als DriesschyereIn 1401 vinden we Dreysschierein 1459 Dreysscher, in 1532 Dreysschere, enz. Telkens geschreven met dubbel s. De eerste lettergroep is dus DRIES. Het woord DRIES wordt voor het eerst vermeld in het Liber Traditionum van de Gentse Sint Pietersdag van 814-840. Het komt daar voor in de betekenis van onbewerkt land. In latere vermeldingen wordt dries in 1210 gebruikt voor gerechtsplaats en in 1227 voor dorpsplein. Het betekent dan: permanent rustend land. De tweede betekenis is dus van de eerste afgeleid. Tot in de vorige eeuw liet men een akker af en toe onbe werkt en onbezaaid, zodat er een natuurlijke groenbemes- ting kon plaats vinden. Men noemde dit braak laten liggen. Dit systeem werd vooral toegepast op magere grond. Was de grond erg onvruchtbaar, dan liet men het land langer, bij voorbeeld twee tot soms wel vijf jaar onbewerkt liggen en dat heette een dries. Daarop groeide gras, zodat deze be weid kon worden. Maar uiteraard kwam er ook veel onkruid op. Zo'n weide was minder geschikt voor paarden en koeien, want deze eten uitsluitend gras en lopen met een boog om het onkruid heen. Maar voor schapen was een der gelijke weide uitstekend geschikt, daar deze allerminst kieskeurig zijn en zich ook voeden met allerlei onkruiden. In feite was dus een weinig rendabele, meestal wat hoog gelegen dries een schapenweide. Hiervan is ook de geslachtsnaam Van den Dries afgeleid. In Ouddorp, mogelijk ook elders, werd nog in deze eeuw ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1981 | | pagina 14