- 122 -
Afbeelding lakzegel VAN DER STOLPE
Tot de laatste eeuwwisseling bestonden de vloeren van een
woonkamer in een boerderij uit rode en blauwe plavuizen,
al of niet in een patroon gelegd.
Er was een open stookplaats waarin men hout of turf stook
te. Boven het vuur hing een verstelbare schoorsteenhaak
of -haal. In de eenvoudigste vorm was dat een ketting; de
schakels kon men met een haak hoger of lager hangen. Aan
deze schoorsteenhaak hing men dan een kook- of waterketel.
Een mooiere haal bestond uit twee gedeelten, waarvan het
ene een grof gezaagde rand had. Deze haal was verstelbaar
met een klem die in de tanden haakte. Zo'n haal komt in
verscheidene familiewapens voor.
Om het vuur 's nachts aan te houden, harkte men het samen,
waarna er turven op werden gelegd. Vervolgens plaatste
men er een vuurstolp van aardewerk of metaal overheen.
Met een aardewerk stolp bleef het vuurtje langzaam smeu
len door de beperkte luchttoevoer. De ijzeren stolp diende
meer om huisdieren uit de warme as te houden en daardoor
het brandgevaar te beperken.