- 105 - Hannekemaaiers Ze kwamen met tienduizenden; ze deden vaak het vuile werk. In het najaar gingen ze weer naar hun woonplaatsen terug en brachten de winter daar door. Vaak waren het boeren zoons, voor wie op de boerderij geen werk was. De gezinnen in die tijd waren immers groot, zodat niet alle kinderen van de opbrengst van het bedrijf konden leven. In het voorjaar trokken ze er weer op uit en verhuurden zich als turfgravers, maaiers en voor alle soorten werk, waar ze maar geld mee konden verdienen. Ze waren niemand tot last en brachten hun eigen materiaal mee. Om te over nachten werden hutten gebouwd van plaggen. Natuurlijk ro ken ze niet al te fris, zodat ze wel moffen (muf) genoemd werden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1981 | | pagina 5