- 110 - ressante betoog en overhandigt hem het pas uitgekomen Jaarboek Op een vraag van de heer De Vin, of hij iets weet over de Teuten in Zeeland, antwoordt de heer Knippenberg, dat hij daar nog niet genoeg gegevens over heeft. De voorzitter verwijst naar het volgend nummer van het Mededelingenblad. G.G. KORTE GESCHIEDENIS VAN HET GESLACHT WIEBOLS In 1812 stond Napoleon nog op het toppunt van zijn macht en onder de door hem beheerste gebieden behoorden ook Hannover en het pas geannexeerde Nederland. Om in zijn behoefte aan soldaten te voorzien, had hij de algemene dienstplicht in gesteld. Twee pas getrouwde mannen, Bernhard Wiebols en Martin Meijer, woonden 58 km ten noorden van Osnabrück in het dorpje Berge (Hannover) ongeveer halverwege de lijn Lingen-Quakenbrück Zij spraken over het bevel van Napoleon om dienst te nemen in zijn leger dat zou optrekken tegen Rusland. "Waarom zou den wij voor Napoleon gaan vechten?" zeiden ze, "laten we naar Nederland vluchten en onderduiken! De burgerlijke stand is daar wel ingevoerd, maar die is nog niet zo goed geordend, zodat we voorlopig wel onbekend kunnen blijven". Zo ongeveer spraken mijn voorvaderen, zowel van vaders- als van moederszijde, volgens de mondelinge overlevering. En zij hebben de daad bij het woord gevoegd. Ze pakten hun geld en hun ransel en gingen te voet naar het 100 km westelijk gelegen Nederland, waar zij tenslotte in Noord Holland belandden. Voorvader Wiebols te Broek in Wa terland, voorvader Meijer te St. Maartensbrug. Daar ze zelf afkomstig waren uit een agrarisch gebied zul len ze ook in hun wijkplaatsen wel werk hebben gevonden in de landbouw. Waarschijnlijk zijn zij echter spoedig overge gaan op de handel in textiel. Pas na de val van Napoleon konden zij hun geboorteplaats en familie weer bezoeken. De vrouwen waren namelijk in Berge achtergebleven en leefden van de opbrengst van hun land. De textielhandel schijnt echter goed te zijn gegaan, want ze keerden spoedig naar Nederland terug, om daar hun zaken voort te zetten.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1981 | | pagina 10