- 171 -
dat door de watersnoodramp van 1953 en de daarna uitge
voerde herverkaveling een volkomen ander aanzicht kreeg,
doet, wanneer men hier voor het eerst komt, enigszins
aan de Noordoostpolder denken.
De polders in de voormalige Gouwe zijn kleiner. Men vindt
er lage binnendijken en meer bomen. Typisch zijn de vele
op- en afritten van de binnendijken.
Deze jongere polders werden in de veertiende eeuw inge
dijkt. Ze hebben langer de tijd gehad om aan te slibben
en liggen dus hoger dan de rest van Schouwen-Duiveland.
Mede ook daardoor kwam er in 1953 in het Gouwegebied geen
water te staan.
In de loop van de eeuwen zijn vele binnendijken verdwenen.
Een opvallende dijkkronkel is nog te zien bij de boerde
rij Schraphage. Spreker vermoedt, dat daar tussen 1374
en 1401 een dijkdoorbraak geweest is, toen de polder Zon-
nemaire tot stand kwam.
De Noordgouwse polder dateert uit 1374. De heer Beekman
vraagt zich af, waarom Noordgouwe een ringdorp is, ter
wijl de andere nieuwere dorpen toch dijkdorpen zijn. Hij
vermoedt, dat Noordgouwe is aangelegd naar het voorbeeld
van Dreischor.
Bij zijn bespreking van het gebied rondom Zierikzee ba
seert de heer Beekman zich op de publikaties van J.M.T.
Hefting, die in de dertiger jaren leraar aardrijkskunde
was in Zierikzee. Deze ging uit van een giftbrief van
Graaf Willem III uit 1355: Zierikzee werd ambachtsheer
lijkheid. In deze brief wordt de nu niet meer bestaande
Noorderpolder vermeld, die begrensd werd door het Gooikes
Nieuwland, dat in 1358 gereed kwam. De Kadeweg zou een
gedeelte van de oude Noordpolderdijk kunnen zijn. Ook
stelt de heer Beekman, dat de Leverdijk oorspronkelijk
geen deel heeft uitgemaakt van de Schouwse Dijk.
Het Kaaskenswater is een overblijfsel van een oude gracht,
tijdens de tachtigjarige oorlog gegraven. De naam Kaaskens
water zou iets te maken kunnen hebben met "Kerstnachtwa
ter" of "Kadenswater"Deze gordijngracht, waarin een
borstwering was aangebracht, zou een deel zijn van de ver
dedigingswerken van de stad. De Ronde Weel is, aldus de
heer Beekman, ontstaan na een doorbraak van de Leverdijk.
Aan het eind van zijn lezing vertoont de heer Beekman eni-