- Ill -
dijk hebben gelegd. Men was in de 12e eeuw, toen overal
ringdijken werden gelegd, reeds heel wel in staat dammen
in kreken van dergelijke grootte te leggen. Een dam bij
Haamstede of Burgh en een bij Renesse was voldoende ge
weest om overlast van zeewater vanuit de Scelveringhe
kwijt te zijn. De eerste dam is inderdaad gelegd, de
tweede was niet nodig omdat de Scelveringhe niet heeft
doorgelopen tot in de Grevelingen. Wel werd een andere
kreek, die meer oostwaarts dicht bij Scharendijke dit
gebied vanuit de Grevelingen binnenkwam, afgedamd. Dit
was de Gravelinghen niet, zoals Van Rummelen schrijft
de "Helcherzee"
Uit het charter van 1291 is trouwens ook niet op te ma
ken, dat het duinzandgebied betrokken was bij de schei
ding tussen de zesdedelen. Fokker wees er reeds op dat
het zeer de vraag is, of de Bannen eertijds wel behoord
hebben tot het zesdedeel bewesten de Scelveringhe. Hij
acht het mogelijk dat ze als lenen van de aanzienlijke
heren van Haamstede en Renesse altijd als afzonderlijke
delen zijn beschouwd. Wanneer dit waar is, dan heeft de
scheiding alleen betrekking gehad op de kleigebieden aan
weerszijden van de huidige Meeldijk en hoeft dus ook uit
historisch oogpunt de Scelveringhe niet verder gelopen
te hebben dan tot Haamstede. Vlam en Van Rummelen
zijn dan meteen vrijgesteld van het zoeken naar noodop
lossingen om toch maar een grens "de Scelveringhe" tus
sen Haamstede en Renesse te laten lopen.
Tenslotte nog een opmerking over de naam van de kreek.
Alhoewel er toch weinig twijfel over bestaat dat de
kreekbedding van Burghsluis tot voorbij Haamstede de in
het charter van 1291 genoemde Scelveringhe is, wordt de
ze naam in dit gebied nergens gebruikt als aanduiding van
percelen, bevangen of wegen. Hij is blijkbaar al zeer
lang uit de volksmond verdwenen. Wel komt de naam
(H)amer hier voor en wordt de naam Haamstede wel in ver
band gebracht met deze (H)amer. Merkwaardig is ook de
analogie in de naamgeving tussen de Scelveringhe en de
Gravelinghe. Beide namen lijken afgeleid te zijn van de
zeegaten, van waaruit ze het land binnendrongen, de Scel
veringhe vanuit de Schelde en de Gravelinghe vanuit de
Grevelingen. S.F. Kuipers