- 105 -
stroom zijn. Naar het noorden verbreedde hij zich tot
een estuarium, terwijl hij ten zuiden van Haamstede via
het huidige Burghsluis in de Oosterschelde uitkwam, die
vroeger veel zuidelijker lag dan tegenwoordig. Omdat in
het charter over de bedijking van de vijf zesdedelen ge
sproken wordt, zal Des Tombes, en in navolging van hem
ook Beekman, langs de oostelijke oever van deze Scelve
ringhe een dijk getekend hebben op zijn reconstructie
kaarten. Fokker deed dit niet.
Latere onderzoekers kregen moeite met de bovenomschreven
opvatting omtrent de Scelveringhe, met name wat betreft
het gedeelte ten noorden van Haamstede tot voorbij Re-
nesse. Vlam D trof bij haar onderzoek naar de al of
niet aanwezigheid van veen beneden 3 meter beneden maai
veld, in dit traject overal veen aan. Een belangrijke
kreek, waarvoor de Scelveringhe gehouden werd door de
historici, zou toch wel tot minstens op deze diepte het
veen hebben weggeruimd en een insnijding hebben gemaakt
tot in de onderliggende zgn. "oude zeeklei". Zij meende
daarom dat de Scelveringhe geen kreek was, maar een grens
tussen het duinzandgebied en het kleigebied van de pol
der Schouwen die gemarkeerd was door percelen, omringd
door zandwallen. Deze heten op Voorne "schelveringh" en
op Goeree schurvelingh"Ook bij de opname van de geo
logische kaart werden geen resten van een diep in de on
dergrond ingesneden belangrijke kreek gevonden tussen de
Hoge- en de Lage zoom In de toelichting op deze kaart
wordt daarom verondersteld dat deze "schelveringe" wel
een zeer ondiepe geul moet zijn geweest, meer een groten
deels veenhoudende depressie tussen het duinzandgebied
en de polder Schouwen.
Deze onderzoekers gaan er dus, evenals de oudere, van uit
dat er van Haamstede tot de Grevelingen een grens geweest
moet zijn die de naam Scelveringhe droeg. In het volgen
de zal worden getracht aan te tonen dat er in dit traject
geen grens met deze naam is geweest. Wel was er een grens-
kreek de Scelveringhe die van de Oosterschelde naar Haam
stede liep, doch vervolgens een andere loop had dan ge
noemde schrijvers veronderstelden.
Inderdaad is het juist, dat tussen Haamstede en Renesse
niets terug te vinden is dat wijst od een vroegere be-