- 135 - waar voor 1718 de zeedijk liep, kan er ook op duiden dat de zate (grondslag) van die dijk gemaakt is met aangevoer de oude stenen. Tenslotte nog twee waarnemingen uit de laatste jaren. Vóór het keienstrandje in de hoek van de dijk bij de boer derij Levensstrijd kan men bij zeer laag water resten zien van zg. moerputten. Onder de in rechthoeken weggegraven klei heeft men vroeger het zoute veen ("darink") gedolven om te gebruiken als brandstof en om er zout uit te winnen. De moerput is slechts een paar meter lang, de richting is dezelfde als in de Cauwers Inlaag aan de andere kant van de dijk. Het gaat hier dus om "gemoerd" middeleeuws land dat thans buitengedijkt is. Aan de binnenzijde van de Lockersnol vond ik vanaf februa ri 1981 een aantal bewerkte ijsselsteentjeswaarvan mij de betekenis nog niet geheel duidelijk is. De voorwerpen zijn gemaakt van afgeronde gele steentjes. Steentjes die dus al lang als rolsteen aan de waterkant lagen. Aan de zijkant zijn er ruw inkepingen ingehakt die spits toelo pen. Het fraaiste exemplaar is 9 cm breed en 7 cm hoog. Bij de inkeping is de steen 4 a 4h cm dik, aan het andere eind 2 a 2h cm. Bij de inkeping is de steen grijs, dat komt omdat hij zo in het slik stond. Bewerkte ijs seis teentjes. Foto: Willem van Anraad

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1982 | | pagina 11