- 184 - steeds zeldzamer. Voor een stad is vreemdelingenverkeer onschadelijk; het gemeentebestuur maakt de stad zoveel mogelijk aantrekkelijk en neringdoenden hebben er niet on belangrijke voordelen van. Maar voor het platteland is het om aesthetische redenen een ware ramp. De landbouwer wordt pensionhouder, wordt "meneer" en legt met zijn gezin behalve de klederdracht de vroegere eenvoud en ongekunsteldheid af. Op de huizen worden verdiepingen gebouwd om meer ruimte voor de pension gasten te hebben. Daar de oude en nieuwe stenen verschillend van kleur zijn, wordt er een pleisterlaag over gesmeerd, naar stadstrant ingericht en bruin geschilderd. Overal verrijzen pensions, toonbeelden van pronkerige wansmaak, cafe's en hotels ten koste van mooie panorama's en ongerept natuurschoon. We gen worden geplaveid en het landelijk karakter gaat ver loren. Er komt een tram en het plaatsje wordt "uit zijn isolement verlost" zoals de geijkte term luidt. Een paar jaar tevoren reeds worden de bomen, die met hun grillige bladermassa het minder fraaie wat markeerden en het dorp nog iets schilderachtigs gaven, in de dorpsstraat geveld. Lelijke tramstationnetjes worden gebouwd. Men heeft ver binding met de stad. De dorpsbewoner schaamt zich dat ook hij geen stadsmens is en legt de klederdracht, door zijn voorouders gedragen en in ere gehouden, ook af. Ook uit moreel oogpunt is vreemdelingenverkeer dikwijls schadelijk. Een bezoek aan Marken zal iedereen daarvan overtuigen. De bewoners leven van de vreemdelingen. Ze dringen zich bij hen op om zich of hun woningen te laten fotograferen - natuurlijk voor veel geld. Kinderen om zwermen bedelend om centen de vreemdeling als een horde wilden. Ook hier gaat de poëzie van het landschap verloren. Het is gemakkelijk om zich van de juistheid van het boven staande te overtuigen. Zeeland ligt afgezonderd en heeft het best haar karakter weten te bewaren. Op Zuid-Beveland en Walcheren wordt de klederdracht nog vrij algemeen ge dragen. Toch wordt ze ook daar langzamerhand verdrongen door de allemanskledijde "burgerdracht". Moge de door "Nehalennia" uitgegeven circulaire, hierop betrekking heb bend, haar doel niet missen. (wordt voortgezet)

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1982 | | pagina 28