Inhoud nen van „De Kroniek van het land van de zeemeermin". Deze naam is geïnspireerd door de sage van de zeemeermin van Westenschouwen, waarvan het versje in de di alecttekst van P. D. de Vos (1866-1942): Westenschouwe, 't za je rouwe, dat je genomen eit m'n vrouwe. Westenschouwen za vergae Ma de toren bluve stae" vermeld is op de achterzijde van de Kroniek. Evenals de vorige jaarboeken zal ook deze achtste jaargang door artikelen en illustraties een grote verscheidenheid bieden. Dit moge blijken uit de volgende inhoudsopgave: M. K. Buth: Begrafenissen en begrafenisgebruiken op Schouwen-Duiveland; J. Schot BWzn.: „Opgaan, blinken en verzinken" van de Zierikzeese oesterkweek en -handel Dr. C. M. van Hoorn: Een bijdrage tot de geschiedenis van de verloskunde in Zierik- zee (deel 3, slot); Wiebe H. Keikes: Beeld en sfeer van het oude Schuddebeurs, lustoord op Schou wen; Drs. J. Geers: Hier is verborgen... (Grafstenen van de Joodse begraafplaats te Zie- rikzee); Waalko Dingemans: De schilders familie Dingemans te Westenschouwen; Drs. J. A. Brandenberg: „Toch wor aolles ier wi goed!", impressies in woord en beeld naar aanleiding van de Ramp in 1953; Bru en Brouwdialectbakermatten van Wullum en Bêênekluuver, met inleiding en commentaar door Dr. A. de Vin.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1983 | | pagina 28