- 23 - delen van Zuid-Beveland) is de bodemkartering in Nederland en haar instituut van de grond kunnen komen. De bodemkaart Begin maart 1946 werd op Schouwen onder leiding van de schrijver van dit artikel begonnen met enkele voorstudies en de opleiding van enkele karteerders. Daarna werden en kele karteringsploegen ingezet die eind 1946 3500 ha had den gekarteerd. De resterende 15.000 ha werden met verster king van karteerders, die na het beëindigen van de karte ring op Tholen waren vrijgekomen, door zes ploegen van begin 1947 tot 1 mei 1948 in kaart gebracht. De boringen werden aanvankelijk volgens raaien gedaan, met ongeveer 2 boringen per ha. Op Schouwen moeten dus wel 37.000 borin gen verricht zijn. Naarmate men meer ervaring kreeg en meer inzicht in het ontstaan van het landschap, was boren op vaste afstanden niet meer nodig en gewenst. Er kon veel doelgerichter wor den geboord wanneer men meer lette op allerlei veldkenmer- ken zoals kleine verschillen in hoogteligging, begroeiing, vochtigheid, kleur van de grond, de ligging van de dijken, krommingen van sloten e.d. Ook inlichtingen over de kwali teit van de grond door de boeren uit het gebied waren zeer waardevol. In de bodemkaarten is dan ook een heel stuk veld- en boerenervaring verdisconteerd. Het resultaat van deze werkzaamheden was een vrij gedetail leerde bodemkaart 1:10.000. (De opname in het veld ge schiedde op kadasterkaarten 1:5.000.) Deze kaart is nooit in druk verschenen. Wel werd gepubliceerd een sterk ver eenvoudigde kaart 1:50.000 en een rapport bij deze kaart getiteld: "Een bijdrage tot de kennis van de bodem van Schouwen-Duiveland en Tholen naar de toestand van vóór 1953" door S.F. Kuipers. Van deze publicatie is vermoede lijk nog een beperkt aantal exemplaren aanwezig bij de Stiboka in Wageningen. In deze publicatie worden o.a. behandeld de wordingsge schiedenis van het gebied, de indeling en de beschrijving van de hier voorkomende gronden, de resultaten van het la boratoriumonderzoek, de vergelijking tussen bodemkaarten en pachtwaardekaarten en waarnemingen over kwel en brak water. Met de aanduiding "vóór 1953" wil niet gezegd zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1984 | | pagina 23