- 58 - Marnix van Sint Aldegondedie in West-Souburg gezorgd heeft dat de kerk aldaar herbouwd werd. 2. Verschillende beschadigde kerken werden gesloopt. Er was veel vraag naar afbraakmateriaalbijv. teneinde het fort Rammekens te versterken. Sint Janskerke en Boudewijnskerke werden daartoe afgebroken. Op Schouwen-Duiveland werden in 1579 de resten van het klooster Sion bij Noordgouwe en de kapel Maria bij Serooskerke gebruikt om de dijk te versterken. Het sloopmateriaal uit Loperskapelle ging naar een Gast huis in Brouwershaven. 3. Er waren predikanten, die er naar streefden, om bewo ners van nabijgelegen dorpen naar hun eigen kerk toe te laten komen. Er werden soms wel actiecomité1s ge vormd, om dit te verhinderen, maar toch zijn er voor beelden van bekend. Zo moesten de inwoners van Seroos kerke op Walcheren in Gapinge naar de kerk Concluderende kunnen we stellen, dat de volgende factoren een doorslaggevende rol gespeeld hebben bij de besluitvor ming, een kerk wel of niet te herbouwen: 1. De financiële middelen 2. De mate van beschadiging 3. De rol van de plaatselijke gemeenschap. Was deze erg actief, dan kon er veel bereikt worden. 4. De ambachtsheren. De ene ambachtsheer kon nu eenmaal meer bereiken bij de autoriteiten dan de andere. Was eenmaal het besluit genomen, een kerk niet te herstel len, dan was dit als het ware het doodvonnis voor het be treffende dorp. G.G. VERSLAG ZOMEREXCURSIE 1984 Dit jaar was België aan de beurt om bezocht te worden. Op zaterdag 26 mei vertrokken twee bussen vol naar Damme niet ver over de grens. 's Morgens werd eerst een bezoek gebracht aan Aardenburg, waar ook werd geluncht. Tussen beide zeer bezienswaardi ge stadjes in lag een prachtige tocht door het Vlaamse land.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1984 | | pagina 18