-127-
Onderzoekers van de universiteit werden in staat gesteld
op een zeer originele en gedurfde manier en niet vrij van
risico's, een grote verzameling fossielen in het Rijksmu
seum van Geologie en Mineralogie bijeen te brengen. Gezien
de lange periode en het succes wilde het universiteitsbe
stuur nu een blijvend blijk van zijn grote erkentelijkheid
aanbieden. De penning is ingesteld om personen te eren die
zich voor de universiteit bijzonder verdienstelijk hebben
gemaakt en niet in dienst ervan werkzaam zijn. Het is al
weer vele jaren geleden dat deze penning werd uitgereikt.
Drs. Kortenbout van der Sluijs, conservator van het museum,
vertelde van het begin, hoe bij het mosselzaad vissen in
1951 op de Westerschelde voorwerpen van 35 meter diepte
naar boven werden gehaald. Deze werden later als haaietan-
den gedetermineerd. Jaap en Wim Schot getuigden van een
wetenschappelijke geest door die voorwerpen niet weer over
boord te gooien maar te willen weten wat het was. Zij heb
ben toen ook gezorgd dat één dag speciaal op voorhistori
sche botten gevist kon worden met een groep wetenschapsmen
sen. Daardoor is beter inzicht in de prae-historie verkre
gen. Dit stemt tot dankbaarheid, temeer waar straks door
de veranderde getijwerking op de Oosterschelde juist de
diepe geulen ondieper zullen worden.
Burgemeester De Meester, voorzitter van het genootschap
"Kor en Bot", roemde naast de gebroeders Schot ook de be
manning van de Z.Z. 8, die in de zaal aanwezig was. Deze
zorgde voor de gekookte mosselen. Zij offerden er vrije
zaterdagen voor op. Dat het botten-vissen in bredere kring
aandacht heeft gekregen toonde hij aan door een vrijwel
zwart bot mee te brengen dat hem door een bakkenschipper
was gegeven met de vraagof het soms ook wat was
De heer J. Schot bedankte mede namens zijn broer het be
stuur van de universiteit en nodigde het College uit de
volgende bottenvisserij mee te maken. Hij zegde toe dat
de relatie met de wetenschapsmensen ook onder de volgende
generatie zal voortbestaan. Zijn vader B.W. was er mee be
gonnen en zijn grootvader Jacob had er destijds in toege
stemd.