-131-
Achterzijde van de rijk versierde Vleeshal van Lieven
de Key te Haarlem.
Van rond 13 50 tot 1450 komt de stad tot grote bloei door
de handelsvaart. Deze werd door Holland van de Hanzesteden
overgenomen. In 1286 al was de scheepvaart gemakkelijk ge
maakt door sluizen bij Spaarndam. Er was veel laken- en
linnennijverheid, scheepsbouw en bierbereiding.
Omstreeks 1400 waren er 5.000 inwoners, in 1514 zo'n
20.000. In dat jaar waren er 80 bierbrouwerijen, die hun
zuivere duinwater aangevoerd kregen uit de Brouwerskolk.
Door het verval van de handel op de Oostzee en door de
Hoekse en Kabeljauwse en andere twisten in de 15e eeuw
loopt de welvaart terug. De stad ging aan het eind van de
15e eeuw zelfs failliet, net als Amsterdam en Leiden ove
rigens
De nieuwe uitleg raakte daarom niet erg dicht bewoond en
naar verhouding kwamen er veel kloosters en gasthuizen.
De laatste zijn later vaak hofjes geworden.