-136-
In Zeeland was Schouwen het eerste waterschap dat tot
stichting van een stoomgemaal overging. Dit was het ge
maal Flaauwers onder Kerkwerve, dat in 1877 in bedrijf kwam.
Dit heeft tot 1958 dienst gedaan en is nu als industrieel
monument aan te merken.
Het succes van de Haarlemmermeer is ongetwijfeld ook voor
Schouwen een stimulans geweest om voor stoombemaling te
kiezen, toen de landbouw van de periodieke wateroverlast
af wilde.
De taak van de Cruquius werd in 1933 overgenomen door mo
dernisering van de twee andere gemalen bij Halfweg en Kaag
(hier staat het oudste van de drie, de Leeghwater, in 1845
gebouwd)
De Cruquius is in 1933 niet gesloopt, maar door een stich
ting als monument in stand gehouden en ingericht als mu
seum van de strijd tegen het water. Dat laatste zal ook de
Schouwen-Duivelanders aanspreken
De Cruquius heeft een stoommachine van 1849, met een cy-
linderdiameter van niet minder dan 3,66 meter. In de machi
nekamer is nog vrijwel alles in tact. Door middel van een
balansarm werden buiten de hal acht verticale zuigerpompen
aangedreven (zie de foto's). Bij iedere slag konden die
elk 8 m3 water 3 meter omhoog pompen, op een houten vloer
die in de Ringvaart uitmondde. Met 5 slagen in een minuut
werd zodoende 320.000 liter water per minuut weggepompt.
In het museum staan modellen van windmolens en stoomwerk
tuigen en er is een maquette van Nederland met de hoogte
ligging en stormvloeden. Verder zijn er oude kaarten en
tekeningen.
Er kunnen ook drie korte filmpjes vertoond worden, samen
25 minuten, over het ontstaan van Nederland uit het water,
de laatste werking van het stoomgemaal Cruquius in 1933,
en over de watersnoodramp.
Architectonisch is het gebouw kenmerkend voor de midden
19e eeuwse tijd. Het heeft (neo) gotische elementen en
kan als voorbeeld van de zogenaamde "Waterstaatsstijl" gel
den. Het bezit vele mooie gietijzeren onderdelen, zie bij
voorbeeld het hekwerk.
Het gemaal is genoemd naar de waterbouwkundige en landme
ter De Kruik, deftig verlatijnst tot Cruquius.