-149-
van het land van de zeemeermin (Sch.-D.) 8 (1983), p.126
en id. 7 (1982), p.115). Het spijt mij echter te moeten
constateren dat ik de zienswijze van de heer Kuipers om
trent „Krabbendieke" niet kan delen. Hij bestrijdt name
lijk mijn verklaring als „hyperdialectische, d.w.z. een
overdreven en daardoor onjuiste vorm van een streektaal
woord" door te stellen dat een verklaring als oude naam
valsvorm „wel mogelijk en zelfs waarschijnlijk" is (zie
Mededelingenblad 50, p.65). Hij beroept zich hiervoor op
het feit dat de oudere naam van de dijk later overgegaan
is op de weg of het pad (weegje) onderaan de dijk, zoals
uit een bij zijn stuk gepubliceerde foto blijkt (id. 66)
Dit is echter bij straatnaamgeving de gewoonste zaak van
de wereld. In mijn vorige woonplaats Rotterdam werd in de
wijk Kralingen het oostelijk deel van Schielands Hoge Zee
dijk officieel Oostzeedijk genoemd en die naam droeg zowel
de straat en rijweg bovendijks als benedendijksHoogstens
onderscheidde men de straat onderaan de dijk en de eigen
lijke dijk als „Lage Dijk" en „Hoge Dijk" of „Oostzeedijk
(beneden)" en „Oostzeedijk (boven)". Bij het Brouwse Krab
bendieke behoeft men dus de weg onderaan de dijk helemaal
niet te interpreteren als „(de weg) aan de Krabbend!jk"
temeer daar de naam van de dijk onmogelijk die betekenis
gehad kan hebben en deze naam bovendien de oudste is, wat
ook dr. Kuipers niet ontkent (Mededelingenblad 50, p.65).
In zijn beschouwing gaat de schrijver nog verder in op de
betekenis van KrabbendiekeTerecht constateert hij dat we
met de betekenis van krabbe(n)diekje in het Woordenboek
der Zeeuwse dialecten: „aarden walletje tussen twee eigen
dommen", voor Brouwershaven niet uit de voeten kunnen, om
dat de Krabbendieke aldaar die functie niet heeft. Boven
dien wordt krabbe(n)diekje in het woordenboek slechts ver
meld voor Goes en Ierseke en voor geen enkele plaats op
Schouwen-Duiveland. Wel gebruikte Johannes Vijverberg het
woord in een Oosterlands getint verhaal van waarschijnlijk
omstreeks 1900'), maar navraag bij oudere Oosterlanders le
verde geen succes op. Het moet dus te Oosterland al een
paar generaties geleden verdwenen zijn, ofwel heeft Vijver
berg het woord in Zuid-Beveland of van Zuidbevelanders ge
hoord en het onbewust in zijn Oosterlandse verhaal een
plaats gegeven.