- 162 -
1. te Bruinisse de Böömdiek;
2. tussen Bruinisse en Oosterland den Ouwendiek;
3. tussen Ooster- en Sirjansland (voor de ramp van 1953)
de Schordiek en de Zan(d)diek;
4. tussen Oosterland en Nieuwerkerk de Nieuwekèrreksendiek
5in Zieriksee en omgeving t Beiersdiekj ede Schouw-
sendiek, de Steesendiek en den Aevendiek;
6. tussen Schuddebeurs en Dreischor de Röóteriediek
7. te Zonnemaire de Bommeneesendiek en de Veerdiek, als
mede de Bloöisendiek,-
8. op de grens van de voormalige gemeenten Bommenede
Zonnemaire en Brouwershaven (zie J. Kuyper, Gemeente
Atlas van de provincie Zeeland, Leeuwarden 1866 (her
druk Groningen 1982), kaart gemeente Bommenede:
Schenkeldijk;
9. te Brouwershaven de Jonkersdiek (zie foto 2 in: Cor
Pols, Brouwershaven in oude ansichten deel 2, Zalt-
bommel MCMLXXXIV) ,-
10. tussen Brouwershaven en Scharendijke de Langendiek
voor de uitvoering van het Deltaplan een van de be
langrijkste zeeweringen van Schouwen-Duiveland;
11. te Burg de Meeldiek.
Hieraan kan nog toegevoegd worden dat de dijk die na de
ramp van 1953 de functie kreeg Schouwen in twee stukken
te verdelen, de naam (Schouwse) Dêêlingsdiek „Delings-
dijk" kreeg. Ook bij deze vrij recente naamgeving zien
we dus evenmin een werkwoordsstam als eerste lid, wat in
alle opzichten de conclusie wettigt, dat we als eerste
deel van het Brouwse Krabbendieke zeker niet aan het
werkwoord „krabben" moeten denken, nog daargelaten dat
dit werkwoord in ons dialect beslist niet courant is.
Wat de Paddulve betreft kan ik volkomen met dr. Kuipers'
visie akkoord gaan. Geheel in overeenstemming met mijn
verklaring (zie Kroniek van het land van de zeemeermin
(Sch.-D.) 7 (1982), p.115) schrijft hij in Mededelingen
blad 50, p.68: „Dit pad (t.w. tussen Nieuwstad en de mo
len, c.q. Molenstraat) liep dus langs de genoemde dulve".