-451- stad en het gebouw. Mogelijk stond er in 1358 al een voorganger in de Meelstraat. De tweede stad van Zeeland bouwde in 1550 een sober nieuw stadhuis. Rampen hadden Zierikzee getroffen en de vroegere welvaart was weg. Het nieuwe stadhuis had één verdieping; vanuit de tegenwoordige trouwzaal keek men tegen de hoge kap. Veel is er gebouwd en in de loop der tijden gemoderniseerd en uitge breid. Heel veel valt daar over te vertellen en dat deed de heer Uil dan ook - tot z'n stem het begaf en Theo Rigter het moest overnemen. De vice-voorzitter, de heer De Vrieze, bedankte. De inleider kreeg een boekenbon van hem. Daarna bekeek het gezelschap de Raadzaal, de Burgemeester- en de Sekretariskamer. Deze hebben stuk voor stuk allure. Je kijkt er uit over de nederige daken van de stad, die zich vandaar rood en knus uit strekken. Het Museum onder het aloude bootdak herbergt veel moois - zilver, glas, keramiek en verderop allerlei spullen uit het dagelijks Zierik- zeese leven uit vroeger tijden. Het was duidelijk dat dit bezoek zeer in de smaak viel zowel bij de geboren en getogen Schouwen-Duivelanders als bij degenen die van verder kwamen. Dat was dan ook de bedoeling geweest. De 2e OPEN MONUMENTENDAG In Frankrijk werd in 1984 de eerste Open Monumentendag gehouden, de eerste Journée „Portes Ouvertes". Het was een succes en sloeg naar Nederland over. De Stichting Open Monumentendag werd opgericht met als centrum het adres Sint Antoniesbreestraat, waar de Stichting Nationale Contactcommissie Monumentenbescherming gevestigd is. Stad en Lande is daarbij aangesloten. Naast de NCM werken in eerst genoemde Stichting mee de ANWB, de AVRO en de NBT (Ned. Bur. voor Toerisme), terwijl de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en het Ministerie van WVC steun verlenen. Doordat het Rijk taken naar de gemeenten verschuift, wat ook blijkt uit de nieuwe Monumentenwet, krijgen gemeenteraden meer met het monumentenbeleid te maken. Daarom wordt het van belang geacht de burger nader in kontakt te brengen met monumenten, en niet te verge ten hun interieur. Men moet ook kennis kunnen nemen van waar het om gaat als er geld gevraagd wordt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1988 | | pagina 23