-444- MOEILIJKHEDEN MET DE FINANCIËN VAN DE POLDER SCHOUWEN IN DE 18e EN 19e EEUW Door de eeuwen heen zijn grote bedragen aan geld besteed aan het onderhoud en het herstel van de dijken van Schouwen. Telkens von den „vallen" plaats, waaronder wordt verstaan het in de diepte weg zinken van stukken dijk. Ook bij de stormen ontstond er schade. Veel van het benodigde geld kwam van de regionale overheid, eerst de Sta ten van Zeeland en later de Provincie, en deze overheid oefende ook toezicht uit op de besteding van de gelden. De polder Schouwen had eveneens eigen inkomsten. De ingelanden werden aangeslagen en de polder had bezittingen die pacht opbrachten, de zgn. 's Lands Landen. Met „Lands" werd bedoeld het Land van Schouwen, zoals de polder veelal werd genoemd of kortweg Schouwen. Tot de taak van de polder behoorde niet alleen het onderhoud van de dijken, maar ook van de wegen, vaarten en watergangen. Voor het beheer van de gelden waren betrouwbare mensen nodig. Gezien de menselijke natuur mag het niet te zeer verbazen dat er van tijd tot tijd verduisteringen en diefstallen van 's Lands eigendommen en gelden hebben plaats gevonden. Een aantal van dergelijke malver saties komt naar voren in de notulen van de bestuursvergaderingen van de polder Schouwen. Door mr. A. J. F. Fokker zijn uittreksels van deze notulen in chronologische volgorde opgenomen in zijn boek „Schouwen van 1600-1800", Zierikzee 1908. Uit dit boek is geput voor het bijeenbrengen van een aantal gevallen van ontvreemding. Een en ander moet natuurlijk wel in de geest van de toenmalige tijd worden gezien. Om tot penningmeester van het bestuur van Schouwen of tot ontvan ger van 's Lands Landen te worden benoemd, ging het bestuur niet alleen op het eerlijke gezicht of de goede reputatie van de gegadigde af, maar werden ook borgen vereist. Deze verplichtten zich bij even tuele verduisteringen uit eigen vermogen de ontbrekende gelden aan te passen. „13 Dec. 1717 werd in plaats van Daniël Canisius, overleden, tot ont vanger van 's Lands Landen benoemd de Secretaris van Schouwen Cornelus de Jonge. Als diens borgen stelden zich bij afzonderlijke notariële acten de heer Marius de Jonge, kapitein van een compag nie infanterie en zijn vrouws moeder Maria de Witte, weduwe van dokter Marinus de Jonge".

Tijdschriftenbank Zeeland

Stad en lande | 1988 | | pagina 16