Burgemeester en Wethouders konden zich
vinden in het uitgesproken oordeel en
weigerden op 22 december 1938 de
aangevraagde vergunning te verlenen. Het
gemeentebestuur kon dit doen omdat het
pand met de Dordste gevel voorkwam op
de gemeentelijke monumentenlijst uit 1924.
Zierikzee had op het punt van de
monumentenbescherming een
vooruitstrevend beleid gevoerd. Er was een
monumentenverordening en een
monumentencommissie, die overigens alleen
een adviserende taak had en slechts zelden
werd gehoord.
Architect C. Smits liet het er niet bij
zitten. Namens zijn opdrachtgeefster diende
hij in februari 1939 een nieuw verzoek in.
Hij had kontakt opgenomen met
Monumentenzorg en een nieuw ontwerp
vervaardigd. Dit ontwerp omvatte nieuwe
gevels voor het huis De Mossel, met
handhaving van de gevel van het
Mosselpoortje. Zo probeerde hij het
probleem te omzeilen. Burgemeester en
Wethouders zouden de vergunning nu niet
meer kunnen weigeren, want het Liefdehuis
zelf stond niet op de monumentenlijst.
Door de eerdere afwijzing was er flinke
vertraging opgelopen. Smits drong aan op
een spoedige beslissing. Pastoor L. Brink
schreef ook een brief aan het
gemeentebestuur. In verband met de
werkeloosheid onder de bouwvakkers
zouden Burgemeester en Wethouders er
goed aan doen om snel de vergunning af te
geven. Had ook Hare Majeteit de Koningin
niet een oproep gedaan tot geestelijke
herbewapening door bestrijding van de
werkeloosheid?
Monumentenzorg was, nu de gevel van het
Mosselpoortje behouden zou blijven,
accoord. Dringend adviseerde ze om de
detailtekeningen en de leiding bij de
uitvoering van de buitengevels toe te
vertrouwen aan architect J. W. Janzen uit
Den Haag. Burgemeester en Wethouders
gaven vervolgens op 17 maart 1939 de
gevraagde vergunning af. De naar voren
gebrachte wens van Monumentenzorg werd
als een voorwaarde toegevoegd. Bovendien
werd nog eens nadrukkelijk vastgesteld dat
de voorgevel van het Mosselpoortje
behouden moest blijven.
Wat er voor het fraaie huis met het Mosselpoortje
in de plaats werd gebouwd in 1939.
(Foto Streekarchivariaat)
Spoedig werd begonnen met de
werkzaamheden. Architect Smits had
morrend moeten toestaan dat de Dordtse
gevel behouden zou blijven. In april 1939
vroeg hij aan Burgemeester en Wethouders
óp te geven hoe de gevel gesteund en
verankerd moest worden. In zijn brief
herhaalde hij nog eens zijn mening dat de
gevel versleten was. Voor eventuele
instorting nam hij geen
verantwoordelijkheid op zich. Het
gemeentebestuur antwoordde per kerende
post dat handhaving van de gevel van het
Mosselpoortje een voorwaarde was. Alle
maatregelen om instorting te voorkomen
moesten derhalve genomen worden. Het
ging niet aan om de verantwoordelijkheid
te leggen bij de gemeente.
6